Difference between revisions of "Geopoetics literacy"

From DiVersions
Jump to navigation Jump to search
Line 96: Line 96:
 
Navigating the different stages of samsara, being reborn time after time, Mother Mary and Yama, their forced relationship becomes a bond of mutual respect and mutual understanding that grows with every rebirth. The tears of Mother Mary spread Joy, compassion, love and desire. Desire to live a better life, desire to live a better world, the desire to extend the quality of life beyond borders of one world. Life started burning flames of desire. Unexpectedly people developed the same desire to burn certain worlds. In Samsara, Mother Mary is in doubt about the implications of her tears. Why does life abuse the power of desire to burn down its own extension in the world?
 
Navigating the different stages of samsara, being reborn time after time, Mother Mary and Yama, their forced relationship becomes a bond of mutual respect and mutual understanding that grows with every rebirth. The tears of Mother Mary spread Joy, compassion, love and desire. Desire to live a better life, desire to live a better world, the desire to extend the quality of life beyond borders of one world. Life started burning flames of desire. Unexpectedly people developed the same desire to burn certain worlds. In Samsara, Mother Mary is in doubt about the implications of her tears. Why does life abuse the power of desire to burn down its own extension in the world?
 
|}
 
|}
 +
<div class="table break-before">
 +
<h5>''Blanke'' Rites: Cyclus 4 '''Burning'''</h5>
 +
[[File:Hari1.png|thumb|Collage Burning Maria ©Arshia Ali Azmat, Annie Bonnarens & Family Sacré-Bonnarens, Hari Prasad Adhikari Sacré]]
 +
Encountering so much suffering and pain in the wheel of life, the tears of Mother Mary solidify in tools for growth. A wave of development is watering the soil of life, but the soil saturated quickly, yet the tears kept pouring help and aid. In this stage of Samsara, life itself is at risk of literally drowning in good intentions. The tears kept pouring aid and development and life suffocated in this imperial wave of one-dimensional solidarity. Hajur-Aama writes to the source of those tears that the flood of aid had brought a wave of violence in her life, and asks for the tears to reorient towards life that is in real need for water.
 +
</div>
 
<div class="acknowledgment">
 
<div class="acknowledgment">
 
Many thanks to the families Poudel, Shreshta, Adhikari & Sacré-Bonnarens for documenting our family history and their confidence to allow critical interpretations.
 
Many thanks to the families Poudel, Shreshta, Adhikari & Sacré-Bonnarens for documenting our family history and their confidence to allow critical interpretations.
Line 130: Line 135:
 
Moeder Maria is gevangen in Samsara door de Demon van de dood YAMA en ze bereist de eindeloze cycli van dood en wedergeboorte. Ze huilt om haar emoties te ontladen in het bestuderen van een kosmologie die zowel beangstigend als fascinerend is. De tranen van mama Annie verspreiden vreugde, mededogen en liefde, ze voedt het leven met verlangen. Verlangen om beter te leven, verlangen om een betere wereld. Onverwachts muteert hetzelfde verlangen in brandhaarden die het leven uitdoven. In Samsara is Moeder Maria in twijfel over de impact van haar tranen. Waarom misbruikt het leven de kracht van het verlangen om haar extensie in de wereld te verbranden?
 
Moeder Maria is gevangen in Samsara door de Demon van de dood YAMA en ze bereist de eindeloze cycli van dood en wedergeboorte. Ze huilt om haar emoties te ontladen in het bestuderen van een kosmologie die zowel beangstigend als fascinerend is. De tranen van mama Annie verspreiden vreugde, mededogen en liefde, ze voedt het leven met verlangen. Verlangen om beter te leven, verlangen om een betere wereld. Onverwachts muteert hetzelfde verlangen in brandhaarden die het leven uitdoven. In Samsara is Moeder Maria in twijfel over de impact van haar tranen. Waarom misbruikt het leven de kracht van het verlangen om haar extensie in de wereld te verbranden?
 
|}
 
|}
 +
<div class="table break-before">
 +
<h5>''Blanke'' Rites: Cyclus 1 '''Verbranding'''</h5>
 +
[[File:Hari1.png|thumb|Collage Brandende tranen © Arshia Ali Azmat, Annie Bonnarens, Family Sacré-Bonnarens & Hari Prasad Adhikari Sacré]]
 +
Moeder Maria is gevangen in Samsara door de Demon van de dood YAMA en ze bereist de eindeloze cycli van dood en wedergeboorte. Ze huilt om haar emoties te ontladen in het bestuderen van een kosmologie die zowel beangstigend als fascinerend is. De tranen van mama Annie verspreiden vreugde, mededogen en liefde, ze voedt het leven met verlangen. Verlangen om beter te leven, verlangen om een betere wereld. Onverwachts muteert hetzelfde verlangen in brandhaarden die het leven uitdoven. In Samsara is Moeder Maria in twijfel over de impact van haar tranen. Waarom misbruikt het leven de kracht van het verlangen om haar extensie in de wereld te verbranden?
 +
</div>
 
=== Het Archief: Institutioneel geweld als kennisproductie ===
 
=== Het Archief: Institutioneel geweld als kennisproductie ===
 
In haar boek ''Potential History: Unlearning Imperialism'' stelt Ariella Aïsha Azoulay dat de dominante perceptie van een archief, als blik in het verleden waarin geschiedenis lijkt als wat ''werkelijk'' gebeurd zou zijn, in feite institutionele geweldpleging is die de wereld reduceert tot rauwe data en daarna hercodeert tot een indexering van leven, via procedures zoals labelen, classificeren en naamgeving. <ref name="Azoulay">Azoulay, Ariella. 2019. Potential History: Unlearning Imperialism. Place of publication not identified.</ref> Volgens Azoulay gaat archiveren over het (de)coderen van levensvormen in termen van hun productiviteit binnen een imperiaal systeem dat gedreven wordt door een drang naar globale commodificatie. Het is niet een praktijk van één persoon of enkele machtige mensen, maar een imperiale code die gereproduceerd wordt door imperiale talen die velen van ons spreken en schrijven. Archivering is niet enkel een praktijk van archivarissen in musea, maar een manier van spreken, uitdrukken en representeren die dominant is binnen onderzoek, kunst en onderwijs. Dit wordt ook bekrachtigd door de principes van de ''Axiologie'' (waardensysteem dat ons denken en handelen stuurt) en ''Temporaliteit'' (tijdsbepaling die ons denken en handelen beïnvloedt).
 
In haar boek ''Potential History: Unlearning Imperialism'' stelt Ariella Aïsha Azoulay dat de dominante perceptie van een archief, als blik in het verleden waarin geschiedenis lijkt als wat ''werkelijk'' gebeurd zou zijn, in feite institutionele geweldpleging is die de wereld reduceert tot rauwe data en daarna hercodeert tot een indexering van leven, via procedures zoals labelen, classificeren en naamgeving. <ref name="Azoulay">Azoulay, Ariella. 2019. Potential History: Unlearning Imperialism. Place of publication not identified.</ref> Volgens Azoulay gaat archiveren over het (de)coderen van levensvormen in termen van hun productiviteit binnen een imperiaal systeem dat gedreven wordt door een drang naar globale commodificatie. Het is niet een praktijk van één persoon of enkele machtige mensen, maar een imperiale code die gereproduceerd wordt door imperiale talen die velen van ons spreken en schrijven. Archivering is niet enkel een praktijk van archivarissen in musea, maar een manier van spreken, uitdrukken en representeren die dominant is binnen onderzoek, kunst en onderwijs. Dit wordt ook bekrachtigd door de principes van de ''Axiologie'' (waardensysteem dat ons denken en handelen stuurt) en ''Temporaliteit'' (tijdsbepaling die ons denken en handelen beïnvloedt).
Line 141: Line 151:
 
De tranen van Moeder Maria ontwortelen en vertroebelen het verlangen naar leven. De tranen hadden de intentie om het leven te gidsen, maar in deze cyclus van Samsara zijn ze enkel in staat de kinderen te ontwortelen en te ontheemden in een globale strijd voor het leven. Over-leven vereist dat mensen zich ontkoppelen van hun wortels, de golven van geopolitiek bevaren en geloven in de goddelijke ingeving die hen zo roekeloos maakte om voort te bestaan. Bishnu Dai is één van deze mensen die de stroom van tranen volgt tot in Qatar, waar hij de prijs op overleven van zijn gemeenschap leert kennen als niet-onderhandelbaar. Het vergt volledige overgave in de goddelijke kracht van Samsara.
 
De tranen van Moeder Maria ontwortelen en vertroebelen het verlangen naar leven. De tranen hadden de intentie om het leven te gidsen, maar in deze cyclus van Samsara zijn ze enkel in staat de kinderen te ontwortelen en te ontheemden in een globale strijd voor het leven. Over-leven vereist dat mensen zich ontkoppelen van hun wortels, de golven van geopolitiek bevaren en geloven in de goddelijke ingeving die hen zo roekeloos maakte om voort te bestaan. Bishnu Dai is één van deze mensen die de stroom van tranen volgt tot in Qatar, waar hij de prijs op overleven van zijn gemeenschap leert kennen als niet-onderhandelbaar. Het vergt volledige overgave in de goddelijke kracht van Samsara.
 
|}
 
|}
 +
<div class="table break-before break-after">
 +
<h5>''Blanke'' Rites: Cyclus 2 Ontworteling</h5>
 +
[[File:Hari2.png|thumb|Collage Ontwortelende tranen © Arshia Ali Azmat, Bishnu Prasad Adhikari, Family Sacré-Bonnarens & Hari Prasad Adhikari Sacré]]
 +
De tranen van Moeder Maria ontwortelen en vertroebelen het verlangen naar leven. De tranen hadden de intentie om het leven te gidsen, maar in deze cyclus van Samsara zijn ze enkel in staat de kinderen te ontwortelen en te ontheemden in een globale strijd voor het leven. Over-leven vereist dat mensen zich ontkoppelen van hun wortels, de golven van geopolitiek bevaren en geloven in de goddelijke ingeving die hen zo roekeloos maakte om voort te bestaan. Bishnu Dai is één van deze mensen die de stroom van tranen volgt tot in Qatar, waar hij de prijs op overleven van zijn gemeenschap leert kennen als niet-onderhandelbaar. Het vergt volledige overgave in de goddelijke kracht van Samsara.
 +
</div>
 
=== Negentien (bloed)verwanten langs de archiverende code ===
 
=== Negentien (bloed)verwanten langs de archiverende code ===
 
Het archiverend regime destabiliseren, start met het ontleren van eigenaarschap, auteurschap, en wie recht heeft op gedocumenteerde geschiedenis. Het bestuderen van het archief, voornamelijk beschouwd als het bestuderen van het menselijke verleden, werd gedoopt tot een veld van expertise. Men kan expert worden in de culturen van andere mensen en diezelfde mensen het recht op kritiek ontzeggen. Denk aan onderzoekers uit het Globale Noorden die het recht claimen om inheemse culturen te infiltreren en te extraheren opdat deze winstgevend worden voor Europese instituties. Mogelijke kritiek wordt in de kiem gesmoord door het stelen van kunst en cultuur te legitimeren vanuit een Europese drang naar imperiale classificatie.<ref name="Alli">Alli, Sabrina. 2020. ‘Ariella Aïsha Azoulay: “It Is Not Possible to Decolonize the Museum without Decolonizing the World.”’ Guernica. 12 March 2020. https://www.guernicamag.com/miscellaneous-files-ariella-aisha-azoulay/.</ref>. Institutioneel archiveren verhindert mensen hun eigen culturele tradities te volgen. In de naam van classificatie en geschiedschrijving worden zij gedwongen geheroriënteerd en begrensd. Wanneer zij dit weigeren worden ze gecriminaliseerd, en wordt het feitelijke proces van gewelddadige classificatie daarmee verdoezeld. Mensen die weigeren hun classificatie te belichamen en daarvan proberen te ontsnappen, worden in hun beweging geïdentificeerd met nieuwe labels om hen te criminaliseren en te kapitaliseren. Labels zoals ''migrant'', ''expat'', ''vluchteling'', ''asielzoeker'', ''illegaal zonder papieren'', ''geadopteerde'', ''niet-begeleide minderjarige'' zijn manieren om de lichamen in beweging te coderen met nieuwe labels en grenzen in de indexering van de mens. Deze labels en grenzen (her)coderen de tolerantie ten opzichte van die lichamen. De indexering van de mens identificeert migranten meestal in termen van economisch opportunisme, gaande van profiteurs tot natiebouwers. Vluchtelingen worden meestal gezien als infiltranten in de maatschappij, die enkel in een hiërarchische relatie kunnen toetreden tot de gemeenschap die het recht op de natie en haar rijkdom claimt. Geadopteerden worden meestal gedoopt tot gelukkige mensen die werden gered van de wreedheden en armoede van onbeschaafde volkeren. De migrant, de vluchteling, de geadopteerde, en de inheemse Europeaan zijn allemaal classificaties in de indexering van de mens. Wat als ze uiteindelijk (bloed)verwanten worden?
 
Het archiverend regime destabiliseren, start met het ontleren van eigenaarschap, auteurschap, en wie recht heeft op gedocumenteerde geschiedenis. Het bestuderen van het archief, voornamelijk beschouwd als het bestuderen van het menselijke verleden, werd gedoopt tot een veld van expertise. Men kan expert worden in de culturen van andere mensen en diezelfde mensen het recht op kritiek ontzeggen. Denk aan onderzoekers uit het Globale Noorden die het recht claimen om inheemse culturen te infiltreren en te extraheren opdat deze winstgevend worden voor Europese instituties. Mogelijke kritiek wordt in de kiem gesmoord door het stelen van kunst en cultuur te legitimeren vanuit een Europese drang naar imperiale classificatie.<ref name="Alli">Alli, Sabrina. 2020. ‘Ariella Aïsha Azoulay: “It Is Not Possible to Decolonize the Museum without Decolonizing the World.”’ Guernica. 12 March 2020. https://www.guernicamag.com/miscellaneous-files-ariella-aisha-azoulay/.</ref>. Institutioneel archiveren verhindert mensen hun eigen culturele tradities te volgen. In de naam van classificatie en geschiedschrijving worden zij gedwongen geheroriënteerd en begrensd. Wanneer zij dit weigeren worden ze gecriminaliseerd, en wordt het feitelijke proces van gewelddadige classificatie daarmee verdoezeld. Mensen die weigeren hun classificatie te belichamen en daarvan proberen te ontsnappen, worden in hun beweging geïdentificeerd met nieuwe labels om hen te criminaliseren en te kapitaliseren. Labels zoals ''migrant'', ''expat'', ''vluchteling'', ''asielzoeker'', ''illegaal zonder papieren'', ''geadopteerde'', ''niet-begeleide minderjarige'' zijn manieren om de lichamen in beweging te coderen met nieuwe labels en grenzen in de indexering van de mens. Deze labels en grenzen (her)coderen de tolerantie ten opzichte van die lichamen. De indexering van de mens identificeert migranten meestal in termen van economisch opportunisme, gaande van profiteurs tot natiebouwers. Vluchtelingen worden meestal gezien als infiltranten in de maatschappij, die enkel in een hiërarchische relatie kunnen toetreden tot de gemeenschap die het recht op de natie en haar rijkdom claimt. Geadopteerden worden meestal gedoopt tot gelukkige mensen die werden gered van de wreedheden en armoede van onbeschaafde volkeren. De migrant, de vluchteling, de geadopteerde, en de inheemse Europeaan zijn allemaal classificaties in de indexering van de mens. Wat als ze uiteindelijk (bloed)verwanten worden?
Line 157: Line 172:
 
Ronddwalend in de opeenvolgende cycli van Samsara, groeit de relatie tussen Yama en Moeder Maria tot een vorm van wederzijds respect. Ontroerd door wat ze ziet, huilt Maria tranen van fierheid. Haar tranen hebben de kracht om de levende wezens op haar pad te verlichten. In deze cyclus van Samsara predikt Moeder Maria de waarde van educatie, liefdadigheid en vergiffenis. Goma didi werd gezegend met de verlichtende tranen van Moeder Maria die haar leiden tot onderwijs, liefde en een gelukkig huwelijk. Ze schrijft haar dankbaarheid naar de parallelle wereld neer vanwaar Moeder Maria kwam, en is benieuwd om bij te leren over de mooie principes van verlichting.
 
Ronddwalend in de opeenvolgende cycli van Samsara, groeit de relatie tussen Yama en Moeder Maria tot een vorm van wederzijds respect. Ontroerd door wat ze ziet, huilt Maria tranen van fierheid. Haar tranen hebben de kracht om de levende wezens op haar pad te verlichten. In deze cyclus van Samsara predikt Moeder Maria de waarde van educatie, liefdadigheid en vergiffenis. Goma didi werd gezegend met de verlichtende tranen van Moeder Maria die haar leiden tot onderwijs, liefde en een gelukkig huwelijk. Ze schrijft haar dankbaarheid naar de parallelle wereld neer vanwaar Moeder Maria kwam, en is benieuwd om bij te leren over de mooie principes van verlichting.
 
|}
 
|}
 +
<div class="table break-before break-after">
 +
<h5>''Blanke'' Rites: Cyclus 3 Verlichting</h5>
 +
[File:Hari3.png|thumb|Collage Verlichtende tranen © Arshia Ali Azmat, Goma Poudel Family Sacré-Bonnarens & Hari Prasad Adhikari Sacré]]
 +
Ronddwalend in de opeenvolgende cycli van Samsara, groeit de relatie tussen Yama en Moeder Maria tot een vorm van wederzijds respect. Ontroerd door wat ze ziet, huilt Maria tranen van fierheid. Haar tranen hebben de kracht om de levende wezens op haar pad te verlichten. In deze cyclus van Samsara predikt Moeder Maria de waarde van educatie, liefdadigheid en vergiffenis. Goma didi werd gezegend met de verlichtende tranen van Moeder Maria die haar leiden tot onderwijs, liefde en een gelukkig huwelijk. Ze schrijft haar dankbaarheid naar de parallelle wereld neer vanwaar Moeder Maria kwam, en is benieuwd om bij te leren over de mooie principes van verlichting.
 +
</div>
 
José Esteban Munoz beschrijft disidentificatie als een vervreemdende praktijk van verzet of oppositie die ontstaat in het samenvoegen van meerdere betekenissystemen.<ref name="Munoz">Munoz, Jose Esteban. 1999. Disidentifications: Queers Of Color And The Performance Of Politics. Minneapolis: Univ Of Minnesota Press.</ref> Hij laat zien hoe geracialiseerde LHBT+ personen symbolen van witheid mengen met hun eigen alledaagse ervaringen. Zo destabiliseren zij de dominante narratieven rond seksualiteit en ras, en projecteren ze zichzelf in de dominante en centrale categorieën van betekenisgeving waarvan ze buitengesloten werden als niet-heteroseksueel en niet-wit. Het projecteren van Goma didi in de heilige Moeder Maria en het (her)coderen van de Europese christelijke kleuren naar Nepali huwelijkskleuren belichaamt het idee van disidentificatie zoals beschreven door Munoz. Hoewel het christendom vele delen van de wereld veroverde, hanteert het bepaalde grenslogica’s die ondoordringbaar zijn zoals huidskleur en kleurcodering. Deze logica’s achter grenzen construeren en versterken een temporaliteit, namelijk wie de eerste en echte christenen zijn, en een axiologie, namelijk wiens esthetiek echt christelijk is. Deze temporaliteit en axiologie maken duidelijk wie de esthetiek van de kerk kan opeisen als hun geschiedenis. Het mengen van Goma didi in de Heilige Moeder Maria gaat niet alleen over het betwisten van dominante archiefregimes van witheid en het christendom, maar bouwt een relatie tussen de deugden van Moeder Maria en het verhaal van Goma didi dat vaak buiten de officiële geschiedenisboeken blijft.
 
José Esteban Munoz beschrijft disidentificatie als een vervreemdende praktijk van verzet of oppositie die ontstaat in het samenvoegen van meerdere betekenissystemen.<ref name="Munoz">Munoz, Jose Esteban. 1999. Disidentifications: Queers Of Color And The Performance Of Politics. Minneapolis: Univ Of Minnesota Press.</ref> Hij laat zien hoe geracialiseerde LHBT+ personen symbolen van witheid mengen met hun eigen alledaagse ervaringen. Zo destabiliseren zij de dominante narratieven rond seksualiteit en ras, en projecteren ze zichzelf in de dominante en centrale categorieën van betekenisgeving waarvan ze buitengesloten werden als niet-heteroseksueel en niet-wit. Het projecteren van Goma didi in de heilige Moeder Maria en het (her)coderen van de Europese christelijke kleuren naar Nepali huwelijkskleuren belichaamt het idee van disidentificatie zoals beschreven door Munoz. Hoewel het christendom vele delen van de wereld veroverde, hanteert het bepaalde grenslogica’s die ondoordringbaar zijn zoals huidskleur en kleurcodering. Deze logica’s achter grenzen construeren en versterken een temporaliteit, namelijk wie de eerste en echte christenen zijn, en een axiologie, namelijk wiens esthetiek echt christelijk is. Deze temporaliteit en axiologie maken duidelijk wie de esthetiek van de kerk kan opeisen als hun geschiedenis. Het mengen van Goma didi in de Heilige Moeder Maria gaat niet alleen over het betwisten van dominante archiefregimes van witheid en het christendom, maar bouwt een relatie tussen de deugden van Moeder Maria en het verhaal van Goma didi dat vaak buiten de officiële geschiedenisboeken blijft.
 
Volgens Gayatri Gopinath biedt het ontleren van de natie als normatieve betekenisgever potentieel voor archiverend werk.<ref name="Gopinath">Gopinath, Gayatri. 2018. Unruly Visions: The Aesthetic Practices of Queer Diaspora. Durham ; London: Duke University Press Books.</ref> Ons familiearchief is geen verhaal over België en Nepal. Beide naties zijn culturele en linguïstische voorbeelden van gewelddadige en ontwrichtende archiefregimes tegenover lokale culturele identiteiten met als doel een nationale identiteit en taal te creëren. De algemene locaties vanwaar uitgewisseld wordt tussen vertellers is het landelijke Vlaanderen (een regio in België), het Berggebied Kaski (een district in Nepal) en Doha (de hoofdstad van Qatar). De relaties en immobiliteit tussen deze regio’s vertelt een geopolitiek door ervaringen en emoties. Het ontvangen van brieven van Bishnu Dai vanuit Qatar en later van Yam Bhai vanuit Saudi-Arabië, ontluikte een emotie die alle familieleden verbond. Het dwong de familie om de gewelddadige indexering van mensen onder ogen te zien die één broer een gewenste geadopteerde maakte in Europa en twee broers labelde als ongewenste migranten, gedwongen tot onmenselijke werkomstandigheden in de Golfstaten.
 
Volgens Gayatri Gopinath biedt het ontleren van de natie als normatieve betekenisgever potentieel voor archiverend werk.<ref name="Gopinath">Gopinath, Gayatri. 2018. Unruly Visions: The Aesthetic Practices of Queer Diaspora. Durham ; London: Duke University Press Books.</ref> Ons familiearchief is geen verhaal over België en Nepal. Beide naties zijn culturele en linguïstische voorbeelden van gewelddadige en ontwrichtende archiefregimes tegenover lokale culturele identiteiten met als doel een nationale identiteit en taal te creëren. De algemene locaties vanwaar uitgewisseld wordt tussen vertellers is het landelijke Vlaanderen (een regio in België), het Berggebied Kaski (een district in Nepal) en Doha (de hoofdstad van Qatar). De relaties en immobiliteit tussen deze regio’s vertelt een geopolitiek door ervaringen en emoties. Het ontvangen van brieven van Bishnu Dai vanuit Qatar en later van Yam Bhai vanuit Saudi-Arabië, ontluikte een emotie die alle familieleden verbond. Het dwong de familie om de gewelddadige indexering van mensen onder ogen te zien die één broer een gewenste geadopteerde maakte in Europa en twee broers labelde als ongewenste migranten, gedwongen tot onmenselijke werkomstandigheden in de Golfstaten.
Line 166: Line 186:
 
Bij het zien van zoveel pijn en leed in het wiel van het leven, heroriënteert Moeder Maria haar tranen tot gereedschap voor groei. Een golf van ontwikkeling bewatert de aarde van het leven, maar de aarde raakt snel verzadigd, niettemin blijven hulp en steun toestromen. In deze cyclus van Samsara, riskeert het leven zelf te verdrinken in goede intenties. Hulp en ontwikkeling blijven toestromen totdat het leven verstikt in een golf van eendimensionale solidariteit. Hajur-Aama schrijft naar de bron van die tranen dat de overstroming van hulp een golf van geweld ontluikt in haar leven, en verzoekt de bron om te stoppen het water te misbruiken voor eigen belang.
 
Bij het zien van zoveel pijn en leed in het wiel van het leven, heroriënteert Moeder Maria haar tranen tot gereedschap voor groei. Een golf van ontwikkeling bewatert de aarde van het leven, maar de aarde raakt snel verzadigd, niettemin blijven hulp en steun toestromen. In deze cyclus van Samsara, riskeert het leven zelf te verdrinken in goede intenties. Hulp en ontwikkeling blijven toestromen totdat het leven verstikt in een golf van eendimensionale solidariteit. Hajur-Aama schrijft naar de bron van die tranen dat de overstroming van hulp een golf van geweld ontluikt in haar leven, en verzoekt de bron om te stoppen het water te misbruiken voor eigen belang.
 
|}
 
|}
 +
<div class="table break-before break-after">
 +
<h5>''Blanke'' Rites: Cyclus 3 Verdrinking</h5>
 +
[[File:Hari4.png|thumb|Collage Verdrinkende tranen © Arshia Ali Azmat, Tulsi Hajur-Aama, Family Sacré-Bonnarens & Hari Prasad Adhikari Sacré]]
 +
Bij het zien van zoveel pijn en leed in het wiel van het leven, heroriënteert Moeder Maria haar tranen tot gereedschap voor groei. Een golf van ontwikkeling bewatert de aarde van het leven, maar de aarde raakt snel verzadigd, niettemin blijven hulp en steun toestromen. In deze cyclus van Samsara, riskeert het leven zelf te verdrinken in goede intenties. Hulp en ontwikkeling blijven toestromen totdat het leven verstikt in een golf van eendimensionale solidariteit. Hajur-Aama schrijft naar de bron van die tranen dat de overstroming van hulp een golf van geweld ontluikt in haar leven, en verzoekt de bron om te stoppen het water te misbruiken voor eigen belang.
 +
</div>
 
Azoulay beargumenteert het belang van imperiale classificaties, gepropageerd door archiverende regimes, te ontleren. Het familiearchief vertelt het verhaal van een geadopteerd lichaam en het traject van inburgering in Europees burgerschap, en legitimeert zo het ontzeggen van datzelfde burgerschap voor de Nepali (bloed)verwanten. Dit doet het door een legitimerende geschiedenis te creëren. In de archiverende geschiedschrijving worden Nepali bergculturen geregistreerd als oud, authentiek, oriëntaal, onderontwikkeld en in nood van christelijke liefdadigheid. De dominante geschiedenis verzaakt de politieke dimensies van Nepali classificaties op te nemen zoals ''Brahmin'' of ''Tagadhari'', die beide gebruikt worden voor geboren ‘Indo-Ariërs’, omdat de Europees-christelijke lens voornamelijk de materiële armoede registreert. Het archief produceert geschiedenis door temporaliteiten, zoals derde wereld versus eerste wereld, te verknopen met waardensystemen, zoals onderontwikkeld versus ontwikkeld. De geschiedschrijving waarin temporaliteit verknoopt met axiologie in verhalen van vooruitgang, ontwikkeling en mijlpalen, legitimeert de imperiale impuls aangezien het geweld kan introduceren als het brengen van beschaving.
 
Azoulay beargumenteert het belang van imperiale classificaties, gepropageerd door archiverende regimes, te ontleren. Het familiearchief vertelt het verhaal van een geadopteerd lichaam en het traject van inburgering in Europees burgerschap, en legitimeert zo het ontzeggen van datzelfde burgerschap voor de Nepali (bloed)verwanten. Dit doet het door een legitimerende geschiedenis te creëren. In de archiverende geschiedschrijving worden Nepali bergculturen geregistreerd als oud, authentiek, oriëntaal, onderontwikkeld en in nood van christelijke liefdadigheid. De dominante geschiedenis verzaakt de politieke dimensies van Nepali classificaties op te nemen zoals ''Brahmin'' of ''Tagadhari'', die beide gebruikt worden voor geboren ‘Indo-Ariërs’, omdat de Europees-christelijke lens voornamelijk de materiële armoede registreert. Het archief produceert geschiedenis door temporaliteiten, zoals derde wereld versus eerste wereld, te verknopen met waardensystemen, zoals onderontwikkeld versus ontwikkeld. De geschiedschrijving waarin temporaliteit verknoopt met axiologie in verhalen van vooruitgang, ontwikkeling en mijlpalen, legitimeert de imperiale impuls aangezien het geweld kan introduceren als het brengen van beschaving.
 
Om het archiverend classificeren te ontleren, moeten we ons leren verbinden met de imperiale code die het mogelijk maakt om geweldpleging te coderen als vooruitgang in geschiedenis. Het ontleren van de historische opsplitsing van tijd en ruimte, is één van de manieren om weerstand te bieden aan tijdsperiodes, geografische afbakeningen en andere classificaties die leiden tot onder andere economische crisissen, kastensystemen, christelijke liefdadigheid en vluchtelingencrisissen. De oproep tot ontleren is een oproep om te reflecteren over hoe ons burgerschap en onze stabiliteit zich verhouden tot onze verwantschappen. Nog belangrijker is het een oproep om ons te leren verbinden in dialoog met onze verwantschappen voor wie de impact van deze crisissen en systemen zwaarder is. Samsara Series E2 ''Blanke'' Rites speelt met die dialogen in een familiecontext om vragen op te werpen die de huidige geopolitieke formaties willen te destabiliseren.
 
Om het archiverend classificeren te ontleren, moeten we ons leren verbinden met de imperiale code die het mogelijk maakt om geweldpleging te coderen als vooruitgang in geschiedenis. Het ontleren van de historische opsplitsing van tijd en ruimte, is één van de manieren om weerstand te bieden aan tijdsperiodes, geografische afbakeningen en andere classificaties die leiden tot onder andere economische crisissen, kastensystemen, christelijke liefdadigheid en vluchtelingencrisissen. De oproep tot ontleren is een oproep om te reflecteren over hoe ons burgerschap en onze stabiliteit zich verhouden tot onze verwantschappen. Nog belangrijker is het een oproep om ons te leren verbinden in dialoog met onze verwantschappen voor wie de impact van deze crisissen en systemen zwaarder is. Samsara Series E2 ''Blanke'' Rites speelt met die dialogen in een familiecontext om vragen op te werpen die de huidige geopolitieke formaties willen te destabiliseren.

Revision as of 12:03, 19 November 2020

Unlearning the pulse of the archive

Hari Prasad Adhikari-Sacré

Samsara Series, a storytelling series on the endless cycle of cultural death and rebirth, opens a worldmaking reborn in the blending of cosmologies from the Himalayas to the North Sea. But what if the Sea swallowed the Himalayas? Samsara Series taps images, stories and emotions from a large family archive. Following my own displacement from Kaski (Nepal) to Flanders (Belgium), four families started writing to each other. The letters, diaries & footage process, digest and negotiate the meaning of the displacement. Though displacement through adoption is usually framed as a movement into opportunities and education, the archive shows that a displacement is a profound cultural rupture, pouring new relations into people’s world. Those relations narrate endearing semantics of kinship and solidarity, while their grammar is a pulse of geopolitics beating through stories of violence, sacrifice and erasure. Blanke Rites, the title of this second episode, refers to a ceremonial regime rooted in Dutch/Flemish notions of whiteness, Christian values, and a never ending desire for a relation with otherness, in this case Nepali mountain culture and its people. The second episode of the Samsara Series created as an archival practice seeks for a pedagogy to unlearn the imperial code and institutional production behind seemingly serene archives pretending to open windows to the past. I build on the work of Ariella Aïsha Azoulay to argue the need for a critical pedagogy in working with archives. I explore the potential of dis-identification to unlearn the imperial code of archives. Reflecting on archives and unlearning their imperial pulse is an attempt to navigate the impossible with the hope to engage in an understanding of the world that goes beyond classification. Reflection often goes back to one’s cosmological understanding of the world [1]. One reflects on a certain story by interpreting it with values and symbols of their worldmaking. When families write from distinct cosmological worlds and from distinct languages with different scripts, a lot of meaning is lost communicating and translating. One Nepali family was able to write in English, the other two Nepali families consulted external people who translated their oral and/or written Nepali messages in English. The Belgian family translated their Dutch sketches in English. The letters and diaries contain many cultural codes tapping meaning from Christian cosmology and Hindu cosmology. It might be clear that the archive is not merely a family affair, it entailed translators, communities, countries, relations, communication technologies and decoders to understand, and eventually interpret the knowledge that was impossible to translate from one cosmology to another. The archive is certainly a work of profound collaboration. The visual of Samsara Series E2 Blanke Rites is designed as portal to a selection of archival records. It is composed with stained glass images and ornaments from the church of our Belgian Family’s village. The visual dis-identifies with Christian storylines and plots by blending it with the circular storytelling structure from Bhavachakra, a Buddhist-Hindu philosophy behind Nepali Karmic cultures. The visual portal opens a storytelling between 25 family members (dis)connected by geopolitics. Unlearning the pulse of the archive is a rehearsal in listening to the geopolitics simmering through the letters, diaries and myths.

Samsara Series E2: Blanke Rites,
Independent Artivist, Hari

Visual Samsara Series E2: Blanke Rites © Arshia Ali Azmat & Hari Prasad Adhikari Sacré

What if the (s)kin of the Himalayas are burning in the gulf? What if the ocean is a portal whose communication stream is hacked by an Imperial wave? If we enlighten the ocean, heal its rising temper, will the Himalayas sing again?

Blanke Rites: Cyclus 1 Enlightenment
Collage Enlightened Maria ©Arshia Ali Azmat, Goma Poudel, Family Sacré-Bonnarens & Hari Prasad Adhikari Sacré

Mother Mary is caught in Samsara by the Demon of Death YAMA, she navigates the endless cycli of death and rebirth. She cries to ease the emotions of studying a new cosmology that seems fascinating and frightening at the same time. Her tears have the power to enlighten the living creatures she encounters on her journey. In samsara she advocates the virtues of education, charity and forgiveness. Goma didi was blessed with the enlightening tears of Mother Mary, they guide her toward education, love and a beautiful marriage. She writes her gratitude to the parallel world where Mother Mary came from, to learn more about the beautiful principles of enlightenment.

Blanke Rites: Cyclus 2 Uprooting
Collage Uprooted Maria ©Arshia Ali Azmat, Bishnu Prasad Adhikari, Family Sacré-Bonnarens & Hari Prasad Adhikari Sacré

The tears of mother Mary, uproot and blur the desire of life. The tears intend to guide the people, but all they accomplish in this stage of samsara is to uproot and displace the children in a global quest for survival. Staying alive requires the children to leave their roots, fly into the geopolitics of the unknown and become confused about the divine script that made them this reckless for survival. Bishnu Dai is one among many people following the stream of tears into Qatar, where he encounters the price for survival of his community, a price that is non-negotiable and requires full dedication and trust into the divine power of samsara.

The Archive: Institutional violation as knowledge production

In her book Potential History: Unlearning Imperialism Ariella Aïsha Azoulay argues that the dominant perception of an archive, a window to the past that narrates history as it happened, is in fact an institutional way of violating the world into raw data that then is recoded into a human index, using procedures such as tagging, classification or naming [2]. Archiving, she argues, is about (de)coding people with labels in terms of their productivity within imperialism on its quest for global commodification. Archiving is not a practice of one person or a few powerful people, instead she explains it as an imperial code reproduced through the imperial languages many of us speak and write. Archiving is not only a practice carried out by archivists inside museums, it is a mode of speaking, expressing and representing that is dominant in Scholarship, Art and Education through principles of Axiology and Temporality. Axiology as praxis of signification accredits value to certain objects, cultures, nature or people by comparing them to the background of an index of value and capital. Important here is that archives produce meaning by describing certain traces and records in relation to each other. Though most cultures open their symbolism through their own set of references and temporalities within a proper cosmology, archives strip them down to those layers that are visible and readable for the archival code of tagging, classification or naming. What is invisible is denied access to the archive, is rendered unimportant and forgettable for historical preservation. The dimension of time and temporality is a mode of expression that installs a linearity using a timeline indicating a before and an after. Among the bulk of traces, the archive anchors certain traces as milestones, turning points or evolutions to indicate a shift in history. The temporality of the archive often follows violations in the world and (de)codes them with labels such as new world, golden age, modernity, liberation to obscure and alter the collective memory about those events in stories that benefit the pulse of the archive. The archive is a regime, a mode of knowledge production deploying axiology and temporality to create history. It accelerated its power by institutionalising its praxis, knowledge production based on classification, labelling and naming, as normative. Through universities, museums and cultural centres the archive became part of institutional curricula teaching history as a set of events that follow a certain pulse of linearity. The archive as institution seeks to put an end to existing activities, formations, and structures; They seek to impose their own principles and structures as the foundation of cultural forms that have no history other than their concrete instantiations. [2]

When People began to recognize each other as corporeal instantiations of differential categories propagated by archives such as modern, third world, traditional, civilised, native, rural, underdeveloped, they started to read each other into an axiology of development that entailed a clear location of where they came from and a direction where they should continue. The labels baptised in an economic logic created a discourse to encode people as embodied capitals, for it became common sense what the value of those bodies were in an imperial index. So one could question “who archives, and who is archived?” and reverse or include the process with more perspectives, yet that would oversee the violating process of archiving as a regime of thought that remains destructive irrespective of who conducts the archival process. Archiving is a mode of knowledge production that became so normative through art, education and scholarship that it might seem difficult maybe impossible to envision something beyond the praxis of re-presentation, codification and historicizing of the world. Azoulay warns for alternative approaches which often replicate the same archival pulse, but with a different narrator into a seemingly parallel history that suspiciously sounds like the one it is countering.[2] Following the argument of Azoulay, the question is not persé who is here to blame, but more importantly, how we can unlearn the imperial pulse of the archive? How can we envision a pedagogy that opens a potential history, a history of relation that unlearns dominant principles of appropriation, classification & violation.

19 Siblings along the archival code.

Unlearning the archive starts with unlearning ownership, authorship and entitlement. Studying the archive, predominantly perceived as studying the past and the people, became a domain of expertise. One could become an expert in other people’s life and culture, and deny the very people they studied the right to speak up or trouble the expertise. We need to unlearn the procedures installed to create thresholds between the archive as institutional expertise and the people it had extracted data from to build the archival institution. Think about the Global North scholars claiming expertise, right and entitlement to infiltrate and extract native cultures in ways they become profitable for global economy, even if that means stealing their art and culture and exposing it in European museums.[3] What institutional archiving does, is to prevent people and cultures from following their own rhythms and spiritual melodies. They are forcefully reoriented and restricted in the name of documentation and localisation, if they refuse they are called violators, to obscure the very process that was forced on them is the real violation at stake. People refusing to stay in place, who start moving, encounter new labels to identify, criminalise and capitalise their movement. Labels such as migrant, expat, refugee, asylum seeker, undocumented illegal, adoptee, unaccompanied minor are ways of encoding the bodies in movement with new documentation and a new localisation in the human index. What the archive does is (de)coding every movement into labels, create procedures around it and stereotypical tropes to identify the intention and degrees of tolerance towards those bodies. The classification of the human index identifies the migrants usually in terms of economic opportunism ranging from profiteers to nation builders; Refugees usually perceived as infiltrators of society, who can only enter in a hierarchical relation to those claiming the right to the nation and its wealth; and adoptees usually framed as lucky people that were saved from the cruelties and poverty of uncivilised regions. The migrant, the refugee, the adoptee, the native European are all classifications in the human index. What if they end up being siblings? The code of human indexing pours from national archives into our family archive. Take any pictures of the archive and we all, schooled in archival codification, will probably see categories to differentiate the depicted people, culture, nature in an axiology of place and time. The Belgian family is unwillingly the point of reference in our archive, not only because they assembled the archive, but because they embody a category that enables them to travel globally and pursue stories and culture to later store in an archive. Over 200 letters digest the procedural ritual of adopting a Nepali body and granting it access to European rights and citizenship. Azoulay argues that the archive as institution assists citizens in forgetting that their citizenship is related to the deprivation of citizenship from others, so that they could protect their privileges as rights and demand to fully exercise their right to enter the archive as if it were just a depository of documents open to all. Few of my Nepali siblings attempted to enter Europe and get their documents approved by the depository of the European code. The European archive did not tolerate the applications; their reasons to migrate or flee were not considered eligible. The displacement unfolded a rhizome of siblings, shattered over a human index, 2 wanted adoptees/Belgians, 13 unwanted migrants/Nepalis and 4 native Europeans/Belgians. In Nepal fourteen of the siblings share identifications such as Bahun, or Khas Brahmin (Hill Brahmin), labels that mainly exist in a Hindu driven archival regime institutionalising privilege for the higher caste by limiting the agency on the lower rank of the caste system. The codification of Hill Brahmins operates and accumulates its power by inflicting its classification on groups that are considered lower caste as well as groups that were originally outside the caste system such as Adhivasi/Janatjati (indigenous/nationalities) and Muslims. Within the caste-system they were forcefully coded as lower caste matwali, but the people have their proper names such as Magar, Tharu, Tamang, Rai, Gurung or Limbu to name a few of the largest Adhivasi/Janatjati groups in Nepal.[4] Among the 19 siblings it is clear that different regimes of classification are at stake. The archival regime is not only European but a dominant mode of classifying bodies in scripted agencies to navigate the world.

Unlearning through dis-identification.

Navigating the family archive, one can easily slip into binary readings of Europe vs. South-Asia or Hindu vs. Christian whereas the archive itself is not so much about Belgium vs. Nepal, but about a displacement enrolling into tense relations of kinship. If the archive is relation, then its content is inherently shared and all family members and their communities are owner and author of the archive. Ideally this means the archival process becomes a shared dialogue and negotiation about the way people and their culture are depicted, labelled and narrated. But that is not the case, archives acquire power by labelling, and imposing it on the world as it becomes readable and visible in the eyes of the archivists and their electorate. Many labels and words circulate in our family archive, that without critical reflection we might easily reproduce and impose them on people and cultures. Reproducing and imposing codifications of the archive on the world, that is how archives reshape the material world. Words such as European citizen, blank, Brahmin, adoptee are labels that come with a certain geopolitical mobility and agency. Blank as word substitutes wit which is the literal translation of white. Blank distances itself from white which is a racial category, blank indicates a pureness of white race, the term itself indicates a position outside the racial matrix, which means Blank itself is not racialized, it’s the normative position and others are racialized as impure.[5] Similar connotations go with the word Brahmin, that acquires meaning by forcing its classification on ethnic, religious and lingual groups by institutionalising them as lower and impure.[6] If we talk about the institutional violation of archives, we talk about archival terminology such as blank, European citizen and Brahmin materializing in the real world in thresholds for people deviating from that category and labelled as inferior, infiltrators or other. In an attempt to unlearn the imperial code of the archive, there is an urge to develop a pedagogy that dis-identifies with these tropes of oppression that flow in our writing and speaking as if they are normal to use. We may all have used Brahmin, Blank, European citizenship as identifications and locations in the world. As Azoulay argues such geopolitical identifications are based on the deprivation of those same identities for other people. We need to unlearn archival classifications as identifications, that one does not decode a brown migrant, an adopted Nepali or a blanke European, but one decodes archival geopolitics connecting 19 siblings. Dis-identification as praxis builds around the idea of mixing symbolisms. This holds a potential for unlearning the archival pulse of classification, which tends to fix and limit people and cultures into fictionalised authenticities. Dis-identification as theory is rooted in the everyday culture of minority people that need to recycle dominant narratives and codes to symbolically survive in a world that renders them invisible.[7] Dis-identification is about creating visceral instantiations by recycling traces of the archive and blending it with everyday experiences that are rendered unimportant by the archive. These instantiations narrate relations/connectivity between people, culture and nature. Narrating relations from a minoritarian position into fluid symbolisms is an interesting take to unlearn [2], queer [8], dis-identify [9] or contest [10] hegemonic power structures. Stuart Hall’s encoding/decoding theory explains how dominant identifications/symbolisms are not necessarily interpreted (decoded) the same way they were created (encoded) [10]). This leaves potential for archival work to decode the violation of classification and expose its process of encoding as a-political, almost objective ethnographic approach to the world. Scholarly critiques can offer the audience a frame to critically engage with archival records. In the pre-research of the second episode of Samsara Series, students in disability studies at Ghent University were offered a selection of the letters as audio files. The first and dominant reading of the archive is a family history of love, compassion and solidarity. By opening up the discussion with the temporalities (The abduction, Nepali vs European Timelines, Labour migration into Qatar) and axiologies (Blank, Brahmin, European) at stake, students are offered a frame to assemble multiple, also geopolitical, interpretations of the relation between the letters.

Blanke Rites: Cyclus 4 Burning
Collage Burning Maria ©Arshia Ali Azmat, Annie Bonnarens & Family Sacré-Bonnarens, Hari Prasad Adhikari Sacré

Encountering so much suffering and pain in the wheel of life, the tears of Mother Mary solidify in tools for growth. A wave of development is watering the soil of life, but the soil saturated quickly, yet the tears kept pouring help and aid. In this stage of Samsara, life itself is at risk of literally drowning in good intentions. The tears kept pouring aid and development and life suffocated in this imperial wave of one-dimensional solidarity. Hajur-Aama writes to the source of those tears that the flood of aid had brought a wave of violence in her life, and asks for the tears to reorient towards life that is in real need for water.

Blanke Rites: Cyclus 3 Drowning
Collage Drowning Maria ©Arshia Ali Azmat, Tulsi Poudel & Family Sacré-Bonnarens, Hari Prasad Adhikari Sacré

Navigating the different stages of samsara, being reborn time after time, Mother Mary and Yama, their forced relationship becomes a bond of mutual respect and mutual understanding that grows with every rebirth. The tears of Mother Mary spread Joy, compassion, love and desire. Desire to live a better life, desire to live a better world, the desire to extend the quality of life beyond borders of one world. Life started burning flames of desire. Unexpectedly people developed the same desire to burn certain worlds. In Samsara, Mother Mary is in doubt about the implications of her tears. Why does life abuse the power of desire to burn down its own extension in the world?

José Esteban Munoz describes disidentification as a queer praxis of disruption, resistance or opposition by colliding multiple systems of signification. [9] He elaborates how racialized queers inject symbols of whiteness with their own everyday cultures to destabilize the dominant narratives on sexuality and race and by that, project themselves into central categories of meaning making that they were not intended to enter, because they were excluded as other, as non-heterosexual, as non-white. Projecting Goma didi in the holy Mother Mary, and changing the European colour coding into a Nepali wedding colour coding, exemplifies the idea of disidentification as developed by Munoz. Even though Christianity had invaded many parts of the world, and extracted local cultures, people and aesthetics to build their significant aesthetic regime, it kept certain border logics that were impermeable such as skin tones and colour coding. Those border logics construct and amplify a temporality (who are the first and therefore real Christians) and axiology (whose culture is eligible to permeate Christian symbolisms) that makes it clear who can claim the historicity of the visual archives depicted in most churches. Projecting Goma didi in the Holy Mother Mary is not only about contesting dominant archival regimes of whiteness & Christianity, but more importantly it establishes a relation between the virtues of Mother Mary and the story of Goma didi that usually remains outside the official narration of history and its knowledge production. According to Gayatri Gopinath unlearning the Nation as normative signifier and zoom in on the relations between locations opens a potential for archival work.[8] Our family archive is not a story about Belgium and Nepal; both nations are culturally and linguistically examples of archival regimes who displace and violate local cultural identities for the sake of creating a National identity and language. The main locations from where the narrators exchange are Countryside Flanders (region in Belgium), Hill region Kaski (district in Nepal) and Doha (Capital of Qatar). The relations and immobility between the regions narrate geopolitics through experiences and emotion. Receiving letters from Bishnu Dai (in Qatar) and later Yam Bhai (in Saudi Arabia) the archival institutionalisation of bodies and their agency in this world was an emotional experience connecting all family members. It forced the family to engage with the violent human indexing that made one brother wanted as adoptee in Europe and two brothers unwanted migrants stuck in inhumane working conditions in the Gulf States. Azoulay argues for the need to unlearn imperial codifications propagated by archival regimes. The family archive, explains the adoption of a Brahmin body into European citizenship while legitimizing the deprivation of that same citizenship for the Nepali siblings and their communities. It does so by creating a legitimizing history. In the archival history, Nepali mountain culture is rendered ancient, authentic, oriental, under-developed and in need of Christian saviourism. The dominant history forsakes to include the political layers of Nepali classifications such as Brahmin, Tagadhari (twice born Indo-Aryans), because the European Christian lens only captures the material poverty. The archive produces history by connecting temporalities (such as first world vs. third world) with an axiology (such as developed vs. underdeveloped). This production of history, blending temporalities with an axiology, creates narratives of progress and newness. This legitimizes the imperial pulse of the archive, for it brings progress, newness and development as civilisation.

To unlearn the archive is to engage with the code that makes it possible to encode violation as progress in history. Unlearning the historical divisions of time and space, is one of the ways to resist conventional periodization, regional demarcations, and other classifications that have become operational as parts of various imperial formations such as economic crises, Caste system, Global systems of Christian charity, refugee crises. Unlearning is a way of not solving current inequalities with more imperialism, but a call to research how our citizenship and stability is related to those global crises and systems and more importantly, engage in dialogues with our companions who are more affected by those crises and systems. Samsara series E2 Blanke Rites plays with those dialogues in a family context to raise questions that intend to destabilize current political formations:

  • How to deploy Christian archives as portal? What is desirable to (de)activate?
  • How can siblings unlearn being shattered along the archival code?
  • How can dis-identification help us to unlearn imperialism?
  • What is the potential of the aesthetic to reconnect with our companions?
Blanke Rites: Cyclus 4 Burning
Collage Burning Maria ©Arshia Ali Azmat, Annie Bonnarens & Family Sacré-Bonnarens, Hari Prasad Adhikari Sacré

Encountering so much suffering and pain in the wheel of life, the tears of Mother Mary solidify in tools for growth. A wave of development is watering the soil of life, but the soil saturated quickly, yet the tears kept pouring help and aid. In this stage of Samsara, life itself is at risk of literally drowning in good intentions. The tears kept pouring aid and development and life suffocated in this imperial wave of one-dimensional solidarity. Hajur-Aama writes to the source of those tears that the flood of aid had brought a wave of violence in her life, and asks for the tears to reorient towards life that is in real need for water.

Many thanks to the families Poudel, Shreshta, Adhikari & Sacré-Bonnarens for documenting our family history and their confidence to allow critical interpretations. Thanks to Elodie Mugrefya and Saurav Ghimire for their valuable feedback on this article. Thanks to my supervisors Sruti Bala & Kris Rutten for supporting and challenging my research.

De imperiale impuls van het archief ontleren

Hari Prasad Adhikari-Sacré, Jo-Anna Van Vlaenderen (vertaling)

Samsara Series vertelt verhalen over de eindeloze cyclus van culturele dood en wedergeboorte, en opent een wereld die ontstaat in het vermengen van cosmologieën van de Himalaya tot de Noordzee. Wat als de zee de Himalaya heeft verslonden. Samsara Series speelt met beelden, verhalen en emoties van een uitgebreid familiearchief. Volgend op mijn eigen ontheemding van Kaski (Nepal) naar Vlaanderen (België), begonnen vier families naar elkaar te schrijven. De brieven, dagboeken en beelden onderhandelen de betekenis van de ontheemding. Hoewel ontheemding via adoptie gewoonlijk gekaderd wordt in termen van kansen en educatie, ontsluit het archief hoe ontheemding een diepe culturele breuk is die relaties ontvouwt tussen mensen. Die relaties vertellen een vertederende semantiek van verwantschap en solidariteit, terwijl hun grammatica geopolitiek binnenbrengt via emoties van geweld, opoffering en wegcijfering. Blanke Rites, de titel van de tweede episode, refereert naar een ceremoniëel regime verankerd in Nederlandstalige/Vlaamstalige noties van witheid, christelijke waarden en een onuitputtelijke drang naar een relatie met ‘de ander’, in dit geval de mensen uit de Nepali bergculturen. Deze episode onderzoekt een pedagogiek om de imperiale code van institutionele kennisproductie te ontleren, een code die archieven consulteert als neutrale portalen naar het verleden. Ik bouw verder op het werk van Ariella Aïsha Azoulay om het belang van een kritische pedagogiek in archiverend werk te beargumenteren. Ik verken disidentificatie als praktijk om de imperiale code van archieven te ontleren. Reflectie op archieven en het ontleren van hun imperiale impuls is een oefening in onmogelijkheid met de hoop een begrip over de wereld te stimuleren dat voorbij classificatie gaat. Reflectie stoelt vaak op iemands kosmologisch beeld van de wereld [1]. Men reflecteert op een bepaald verhaal door het te interpreteren met waarden en symbolen van een eigen wereldbeeld. Wanneer families schrijven vanuit verschillende kosmologische begrippen met eigen talen en verschillende waardenkaders, gaat veel betekenis verloren in communiceren en vertalen. Eén Nepali familie was in staat om te schrijven in het Engels, twee andere Nepali families consulteerden externen die hun orale en/of geschreven Nepali boodschappen vertaalden naar het Engels. De Belgische familie vertaalde hun Nederlandstalige schetsen naar het Engels. De brieven en dagboeken bevatten culturele codes van kosmologische begrippen uit het christendom en hindoeïsme. Het archief is niet enkel een familieaangelegenheid maar vereist vertalers, gemeenschappen, landen, relaties en communicatietechnologieën om elkaar te verstaan en om datgene wat niet gecommuniceerd of vertaald kan worden te interpreteren. Het archief is duidelijk een samenwerking. Het beeld van Samsara Series E2 Blanke Rites is ontworpen als portaal naar een selectie van archiefstukken. Het is samengesteld met glas-in-loodramen en ornamenten van de dorpskerk van onze Belgische familie. Het beeld disidentificeert met christelijke verhaallijnen door het te vermengen met een circulaire vertelstructuur van Bhavachakra, een boeddhistische-hindoeïstische filosofie aan de basis van karmische Nepali culturen. Het visuele portaal opent een vertelling van 25 (familie)verwanten die verbonden en ontbonden zijn door geopolitiek. Het ontleren van het archief is een oefening in het luisteren naar de geopolitiek die stroomt doorheen de brieven, dagboekfragmenten en mythes.

Samsara Series E2: Blanke Rites

Autonome Artivist, Hari

Beeld Samsara Series E2: Blanke Rites © Arshia Ali Azmat & Hari Prasad Adhikari Sacré

Wat als de (bloed)verwanten van de Himalaya vastzitten in de branding in de zee? Wat als de oceaan een portaal is van wie de communicatiestroom gekaapt is door een imperiale onderstroom? Als we de oceaan verlichten, haar dreiging intomen, zullen de Himalaya dan nog zingen? ---------------------------------------- Circulaire
vertelling ----------------------------------------

  • Start met een zon, vervolg wijzerzin al cirkelend naar de duif in het centrum.
  • Start met de duif, ga via een verticale/horizontale tegel, vervolg wijzerzin naar alle zonnen.
  • Start met een personage dat je opvalt, beluister hun verhaal en ga verder op gevoel.
Blanke Rites: Cyclus 1 Verbranding
Collage Brandende tranen © Arshia Ali Azmat, Annie Bonnarens, Family Sacré-Bonnarens & Hari Prasad Adhikari Sacré

Moeder Maria is gevangen in Samsara door de Demon van de dood YAMA en ze bereist de eindeloze cycli van dood en wedergeboorte. Ze huilt om haar emoties te ontladen in het bestuderen van een kosmologie die zowel beangstigend als fascinerend is. De tranen van mama Annie verspreiden vreugde, mededogen en liefde, ze voedt het leven met verlangen. Verlangen om beter te leven, verlangen om een betere wereld. Onverwachts muteert hetzelfde verlangen in brandhaarden die het leven uitdoven. In Samsara is Moeder Maria in twijfel over de impact van haar tranen. Waarom misbruikt het leven de kracht van het verlangen om haar extensie in de wereld te verbranden?

Het Archief: Institutioneel geweld als kennisproductie

In haar boek Potential History: Unlearning Imperialism stelt Ariella Aïsha Azoulay dat de dominante perceptie van een archief, als blik in het verleden waarin geschiedenis lijkt als wat werkelijk gebeurd zou zijn, in feite institutionele geweldpleging is die de wereld reduceert tot rauwe data en daarna hercodeert tot een indexering van leven, via procedures zoals labelen, classificeren en naamgeving. [2] Volgens Azoulay gaat archiveren over het (de)coderen van levensvormen in termen van hun productiviteit binnen een imperiaal systeem dat gedreven wordt door een drang naar globale commodificatie. Het is niet een praktijk van één persoon of enkele machtige mensen, maar een imperiale code die gereproduceerd wordt door imperiale talen die velen van ons spreken en schrijven. Archivering is niet enkel een praktijk van archivarissen in musea, maar een manier van spreken, uitdrukken en representeren die dominant is binnen onderzoek, kunst en onderwijs. Dit wordt ook bekrachtigd door de principes van de Axiologie (waardensysteem dat ons denken en handelen stuurt) en Temporaliteit (tijdsbepaling die ons denken en handelen beïnvloedt). Axiologie als betekenisgeving schrijft een waarde toe aan bepaalde objecten, culturen, natuur en mensen door ze te vergelijken in een index van kapitaal. Hoewel het symbolisme van de meeste culturen enkel begrepen kan worden vanuit eigen referentiekaders en specifieke kosmologie, gaan archieven deze culturen strippen tot lagen van interpretatie die zichtbaar en leesbaar zijn voor de archiverende code van labelen, classificatie of naamgeving. Wat in deze interpretatie onzichtbaar is, wordt toegang ontzegd tot het archief, onbelangrijk geacht en overgeslagen als betekenisloos voor het schrijven van geschiedenis. De dimensie van tijd en temporaliteit is een uitdrukkingswijze die ervoor en erna aanbrengt in classificeren van archiefdocumenten. Het archief implementeert tijd door bepaalde sporen van het archief te verankeren als mijlpalen, keerpunten of evoluties om een ontwikkeling of evolutie in de geschiedenis aan te geven. De tijdsindeling van het archief volgt vaak geweld in de wereld en (de)codeert dit met labels zoals nieuwe wereld, gouden eeuw, moderniteit, bevrijding om zo het collectieve geheugen over deze gebeurtenissen te veranderen en aan te passen naar verhalen die de impuls van het archief bekrachtigen. Het archief is een regime, een wijze van kennisproductie waar axiologie en temporaliteit worden ingezet om geschiedenis te produceren. De macht van archieven wordt opgedreven door de institutionalisering van hun praktijk als normatief, door kennisproductie gebaseerd op classificatie, labelen en naamgeving. Via universiteiten, musea en culturele centra werd het archief deel van institutionele curricula die geschiedenis onderwijzen als een tijdsindeling met waardeoordelen. Het archief als instituut probeert (on)gewild een einde te maken aan bestaande activiteiten, formaties en structuren, door zijn eigen principes en structuren op te leggen als fundament voor culturele vormen die geen geschiedenis hebben behalve hun concrete verschijningsvorm. Toen mensen elkaar begonnen te (h)erkennen als belichamingen van verschillende categorieën gepropageerd door archieven, zoals modern, derde wereld, traditioneel, geciviliseerd, inheems, ruraal, onderontwikkeld, begonnen ze elkaar te lezen in een axiologie van ontwikkeling, met een duidelijke localisering van waar zij vandaan kwamen en een richting waarin ze verder moesten gaan. De labels, gedoopt in een economische logica, creëerden belichaamde kapitalen. Zo werd het algemeen aanvaarde kennis dat de waarde van deze lichamen zich definieerde binnen een imperiale index. Men zou zich dus kunnen afvragen: wie archiveert en wie wordt gearchiveerd? We zouden dit proces kunnen omkeren of er meer perspectieven aan toevoegen, maar dit zou enkel het gewelddadige proces van archiveren als denkkader ontzien, ongeacht wie archiveert. Archiveren is een vorm van kennisproductie die zo normatief is geworden door kunst, onderwijs en onderzoek dat het moeilijk lijkt, misschien zelfs onmogelijk, om ons iets in te beelden voorbij deze praxis van representeren, codificeren en geschiedschrijving van de wereld. Azoulay waarschuwt dan ook voor alternatieve aanpakken waarbij een andere verteller centraal staat, maar waarbij dezelfde archiverende impuls gekopieerd wordt in een schijnbaar parallelle geschiedenis die verdacht veel klinkt als diegene die het probeert te weerleggen.[2] In lijn met Azoulay’s betoog is de vraag dus niet per se wie we hier de schuld kunnen geven. Belangrijker is hoe we de imperiale hartslag van het archief kunnen ontleren, hoe we ons een pedagogie kunnen inbeelden die een potentiele geschiedenis opent, een geschiedenis van relatie die de dominante principes van appropriatie, classificatie en geweld actief ontleert.

Blanke Rites: Cyclus 2 Ontworteling
Collage Ontwortelende tranen © Arshia Ali Azmat, Bishnu Prasad Adhikari, Family Sacré-Bonnarens & Hari Prasad Adhikari Sacré

De tranen van Moeder Maria ontwortelen en vertroebelen het verlangen naar leven. De tranen hadden de intentie om het leven te gidsen, maar in deze cyclus van Samsara zijn ze enkel in staat de kinderen te ontwortelen en te ontheemden in een globale strijd voor het leven. Over-leven vereist dat mensen zich ontkoppelen van hun wortels, de golven van geopolitiek bevaren en geloven in de goddelijke ingeving die hen zo roekeloos maakte om voort te bestaan. Bishnu Dai is één van deze mensen die de stroom van tranen volgt tot in Qatar, waar hij de prijs op overleven van zijn gemeenschap leert kennen als niet-onderhandelbaar. Het vergt volledige overgave in de goddelijke kracht van Samsara.

Negentien (bloed)verwanten langs de archiverende code

Het archiverend regime destabiliseren, start met het ontleren van eigenaarschap, auteurschap, en wie recht heeft op gedocumenteerde geschiedenis. Het bestuderen van het archief, voornamelijk beschouwd als het bestuderen van het menselijke verleden, werd gedoopt tot een veld van expertise. Men kan expert worden in de culturen van andere mensen en diezelfde mensen het recht op kritiek ontzeggen. Denk aan onderzoekers uit het Globale Noorden die het recht claimen om inheemse culturen te infiltreren en te extraheren opdat deze winstgevend worden voor Europese instituties. Mogelijke kritiek wordt in de kiem gesmoord door het stelen van kunst en cultuur te legitimeren vanuit een Europese drang naar imperiale classificatie.[3]. Institutioneel archiveren verhindert mensen hun eigen culturele tradities te volgen. In de naam van classificatie en geschiedschrijving worden zij gedwongen geheroriënteerd en begrensd. Wanneer zij dit weigeren worden ze gecriminaliseerd, en wordt het feitelijke proces van gewelddadige classificatie daarmee verdoezeld. Mensen die weigeren hun classificatie te belichamen en daarvan proberen te ontsnappen, worden in hun beweging geïdentificeerd met nieuwe labels om hen te criminaliseren en te kapitaliseren. Labels zoals migrant, expat, vluchteling, asielzoeker, illegaal zonder papieren, geadopteerde, niet-begeleide minderjarige zijn manieren om de lichamen in beweging te coderen met nieuwe labels en grenzen in de indexering van de mens. Deze labels en grenzen (her)coderen de tolerantie ten opzichte van die lichamen. De indexering van de mens identificeert migranten meestal in termen van economisch opportunisme, gaande van profiteurs tot natiebouwers. Vluchtelingen worden meestal gezien als infiltranten in de maatschappij, die enkel in een hiërarchische relatie kunnen toetreden tot de gemeenschap die het recht op de natie en haar rijkdom claimt. Geadopteerden worden meestal gedoopt tot gelukkige mensen die werden gered van de wreedheden en armoede van onbeschaafde volkeren. De migrant, de vluchteling, de geadopteerde, en de inheemse Europeaan zijn allemaal classificaties in de indexering van de mens. Wat als ze uiteindelijk (bloed)verwanten worden? Het algoritme van menselijke indexering vloeit van nationale archieven naar familiearchieven. Neem gelijk welke foto in het familiearchief en ieder van ons, geschoold in archiverende codificatie, zal waarschijnlijk de categorieën zien die de afgebeelde mensen, culturen en natuur differentiëren in een axiologie van plaats en tijd. De Belgische familie is ongewild het referentiepunt in het familiearchief. Niet enkel omdat zij het archief samenstelde, maar ook omdat zij een categorie belichaamt die haar het recht geeft om de wereld af te reizen en impressies te verzamelen die zij later kan archiveren. Meer dan tweehonderd brieven verwerken het bureaucratische ritueel van adopteren en het toekennen van Europese rechten en burgerschap. Azoulay stelt dat het archief als een instituut burgers helpt te vergeten dat hun burgerschap gebouwd is op het ontzeggen van datzelfde burgerschap voor anderen. Enkele van mijn Nepali (bloed)verwanten hebben geprobeerd om in Europa binnen te komen en hun documenten erkend te krijgen door het Europese recht. Het Europese recht wees hun aanvragen af omdat hun redenen om te migreren of vluchten niet als noodzakelijk werden beschouwd De ontheemding ontvouwde een netwerk van (bloed)verwanten, verstrooid over een menselijke index: twee gewenste geadopteerden, dertien ongewenste migranten of Nepali’s en vier inheemse Europeanen of Belgen. In Nepal delen veertien (bloed)verwanten identificaties zoals Bahun, of Khas Brahmin (Brahmanen uit berggebied), labels die voornamelijk bestaan in een hindoeïstische classificatie die het privilege voor de hogere kaste institutionaliseert door de bewegingsvrijheid van de lagere kaste te beperken. De codificatie van Khas Brahmin accumuleert macht door deze codificatie op te leggen aan groepen die als lagere kaste worden beschouwd en ook aan groepen die oorspronkelijk buiten het kastenstelsel vielen, zoals Adhivasi of Janajati (inheemse volkeren) en moslims. Binnen het kastenstelsel werden zij gewelddadig gecodeerd als de lagere kaste Matwali, terwijl deze volkeren hun eigen namen hebben zoals Magar, Tharu, Tamang, Rai, Gurung of Limbu om enkele van de grootste Adhivasi- of Janajatigroepen in Nepal te noemen. [4] Het archiveren is niet alleen een Europese maar ook een dominante manier van lichamen classificeren in labels die macht en bewegingsvrijheid ontnemen.

Ontleren door disidentificatie

Bladerend door het familiearchief kunnen we makkelijk stranden in een binaire lezing van Europa versus Zuid-Azië of hindoeïsme versus christendom, hoewel het archief zelf niet zozeer over België of Nepal gaat maar over een ontheemding die zich ontvouwt tot een netwerk van (bloed)verwanten. Als het archief een relatie is, dan is de inhoud hiervan gedeeld en zijn alle familieleden en hun gemeenschappen eigenaar en auteur. Idealiter betekent dit dat het archief een dialoog en onderhandeling wordt over de manier waarop mensen en hun cultuur worden afgebeeld en gecategoriseerd. Maar dat is niet het geval. Archieven accumuleren hun macht door hun classificaties op te leggen aan de wereld opdat deze leesbaar wordt voor archivisten en hun electoraat. Er circuleren veel classificaties en woorden in het familiearchief die we zonder kritische reflectie makkelijk kunnen reproduceren en opleggen aan de wereld. Het is dan ook door het reproduceren en opleggen van codificaties dat archieven de materiële wereld een nieuwe vorm geven. Woorden als Europese burger, blank, Brahmaan en geadopteerde zijn labels die een zekere geopolitieke mobiliteit en macht bevatten. Blank distantieert zich van de raciale categorie wit en duidt op een reinheid van het witte ras. Blank is een positie buiten de raciale matrix wat betekent dat Blank geen raciale identiteit is, maar een normatieve positie waartegen anderen geracialiseerd worden.[5] Hetzelfde geldt voor Brahmaan wat betekenis en macht krijgt door etnische, religieuze en linguïstische groepen te institutionaliseren als lager in status en onrein.[11] Als we het hebben over het institutionele geweld van archieven, dan hebben we het over classificaties zoals blank, Europese burger en Brahmaan die zich in de echte wereld materialiseren in drempels en labels voor mensen die geclassificeerd en behandeld worden als inferieur, infiltrant of ‘de ander’. Om de imperiale impuls van het archief te leren ontleren, is er nood aan het ontwikkelen van een pedagogie die zich disidentificeert met deze archiverende classificaties. Ieder van ons heeft al eens Brahmaan, Blank of Europese burger gebruikt om zich te identificeren of lokaliseren in de wereld. Zoals Azoulay stelt zijn dergelijke geopolitieke identificaties gebaseerd op het ontnemen van diezelfde identiteiten voor andere mensen. We moeten deze archiverende classificaties leren ontleren als identificaties zodat men niet een bruine migrant, geadopteerde Nepali of blanke Europeaan ziet, maar de geopolitiek achter deze labels leert lezen die de negentien (bloed)verwanten verbindt en ontbindt. Disidentificatie als praktijk is gebaseerd op het vermengen van symbolische systemen, en opent een potentieel voor het ontleren van de classificerende impuls van het archief die mensen en culturen fixeert en beperkt tot gefictionaliseerde labels. Disidentificatie als theorie is geworteld in de alledaagse cultuur van minderheden die dominante verhalen en codes moeten recycleren om symbolisch te overleven in een wereld die hen onzichtbaar maakt. [7] Disidentificatie gaat over het creëren van zintuigelijke verschijningsvormen door sporen van het archief te hergebruiken en te vermengen met alledaagse ervaringen die door het archief onbelangrijk worden gemaakt. Vanuit een minderheidspositie kijken naar symbolische systemen is een interessante manier om classificaties te ontleren [2], vervreemden [8], disidentificeren [9] of betwisten [10]. De codering/decoderingstheorie van Stuart Hall legt uit hoe dominante identificaties en symbolische systemen niet noodzakelijk op dezelfde manier worden geïnterpreteerd (of gedecodeerd) als hoe ze oorspronkelijk gecreëerd (of gecodeerd) werden.[10] Dit biedt een potentieel voor archiverend werk om het geweld van classificaties te decoderen en het proces van coderen als een apolitieke en bijna objectieve etnografische benadering van de wereld bloot te leggen. In het vooronderzoek van de tweede episode van Samsara Series kregen studenten Disability studies aan de Universiteit Gent een selectie van brieven als audiobestanden aangereikt. De eerste en dominante lezing van het archief is een familiegeschiedenis van liefde, medeleven en solidariteit. Door een conversatie te openen over de temporaliteiten (de ontheemding, Nepali versus Europese tijdslijnen, arbeidsmigratie naar Qatar) en axiologieën (Blank, Brahmin, Europees) die in het archief spelen, werden de studenten een kader aangeboden om een meervoudige en politieke interpretatie van de relatie tussen de brieven te interpreteren.

Blanke Rites: Cyclus 3 Verlichting

[File:Hari3.png|thumb|Collage Verlichtende tranen © Arshia Ali Azmat, Goma Poudel Family Sacré-Bonnarens & Hari Prasad Adhikari Sacré]] Ronddwalend in de opeenvolgende cycli van Samsara, groeit de relatie tussen Yama en Moeder Maria tot een vorm van wederzijds respect. Ontroerd door wat ze ziet, huilt Maria tranen van fierheid. Haar tranen hebben de kracht om de levende wezens op haar pad te verlichten. In deze cyclus van Samsara predikt Moeder Maria de waarde van educatie, liefdadigheid en vergiffenis. Goma didi werd gezegend met de verlichtende tranen van Moeder Maria die haar leiden tot onderwijs, liefde en een gelukkig huwelijk. Ze schrijft haar dankbaarheid naar de parallelle wereld neer vanwaar Moeder Maria kwam, en is benieuwd om bij te leren over de mooie principes van verlichting.

José Esteban Munoz beschrijft disidentificatie als een vervreemdende praktijk van verzet of oppositie die ontstaat in het samenvoegen van meerdere betekenissystemen.[9] Hij laat zien hoe geracialiseerde LHBT+ personen symbolen van witheid mengen met hun eigen alledaagse ervaringen. Zo destabiliseren zij de dominante narratieven rond seksualiteit en ras, en projecteren ze zichzelf in de dominante en centrale categorieën van betekenisgeving waarvan ze buitengesloten werden als niet-heteroseksueel en niet-wit. Het projecteren van Goma didi in de heilige Moeder Maria en het (her)coderen van de Europese christelijke kleuren naar Nepali huwelijkskleuren belichaamt het idee van disidentificatie zoals beschreven door Munoz. Hoewel het christendom vele delen van de wereld veroverde, hanteert het bepaalde grenslogica’s die ondoordringbaar zijn zoals huidskleur en kleurcodering. Deze logica’s achter grenzen construeren en versterken een temporaliteit, namelijk wie de eerste en echte christenen zijn, en een axiologie, namelijk wiens esthetiek echt christelijk is. Deze temporaliteit en axiologie maken duidelijk wie de esthetiek van de kerk kan opeisen als hun geschiedenis. Het mengen van Goma didi in de Heilige Moeder Maria gaat niet alleen over het betwisten van dominante archiefregimes van witheid en het christendom, maar bouwt een relatie tussen de deugden van Moeder Maria en het verhaal van Goma didi dat vaak buiten de officiële geschiedenisboeken blijft. Volgens Gayatri Gopinath biedt het ontleren van de natie als normatieve betekenisgever potentieel voor archiverend werk.[8] Ons familiearchief is geen verhaal over België en Nepal. Beide naties zijn culturele en linguïstische voorbeelden van gewelddadige en ontwrichtende archiefregimes tegenover lokale culturele identiteiten met als doel een nationale identiteit en taal te creëren. De algemene locaties vanwaar uitgewisseld wordt tussen vertellers is het landelijke Vlaanderen (een regio in België), het Berggebied Kaski (een district in Nepal) en Doha (de hoofdstad van Qatar). De relaties en immobiliteit tussen deze regio’s vertelt een geopolitiek door ervaringen en emoties. Het ontvangen van brieven van Bishnu Dai vanuit Qatar en later van Yam Bhai vanuit Saudi-Arabië, ontluikte een emotie die alle familieleden verbond. Het dwong de familie om de gewelddadige indexering van mensen onder ogen te zien die één broer een gewenste geadopteerde maakte in Europa en twee broers labelde als ongewenste migranten, gedwongen tot onmenselijke werkomstandigheden in de Golfstaten.

Blanke Rites: Cyclus 3 Verdrinking
Collage Verdrinkende tranen © Arshia Ali Azmat, Tulsi Hajur-Aama, Family Sacré-Bonnarens & Hari Prasad Adhikari Sacré

Bij het zien van zoveel pijn en leed in het wiel van het leven, heroriënteert Moeder Maria haar tranen tot gereedschap voor groei. Een golf van ontwikkeling bewatert de aarde van het leven, maar de aarde raakt snel verzadigd, niettemin blijven hulp en steun toestromen. In deze cyclus van Samsara, riskeert het leven zelf te verdrinken in goede intenties. Hulp en ontwikkeling blijven toestromen totdat het leven verstikt in een golf van eendimensionale solidariteit. Hajur-Aama schrijft naar de bron van die tranen dat de overstroming van hulp een golf van geweld ontluikt in haar leven, en verzoekt de bron om te stoppen het water te misbruiken voor eigen belang.

Azoulay beargumenteert het belang van imperiale classificaties, gepropageerd door archiverende regimes, te ontleren. Het familiearchief vertelt het verhaal van een geadopteerd lichaam en het traject van inburgering in Europees burgerschap, en legitimeert zo het ontzeggen van datzelfde burgerschap voor de Nepali (bloed)verwanten. Dit doet het door een legitimerende geschiedenis te creëren. In de archiverende geschiedschrijving worden Nepali bergculturen geregistreerd als oud, authentiek, oriëntaal, onderontwikkeld en in nood van christelijke liefdadigheid. De dominante geschiedenis verzaakt de politieke dimensies van Nepali classificaties op te nemen zoals Brahmin of Tagadhari, die beide gebruikt worden voor geboren ‘Indo-Ariërs’, omdat de Europees-christelijke lens voornamelijk de materiële armoede registreert. Het archief produceert geschiedenis door temporaliteiten, zoals derde wereld versus eerste wereld, te verknopen met waardensystemen, zoals onderontwikkeld versus ontwikkeld. De geschiedschrijving waarin temporaliteit verknoopt met axiologie in verhalen van vooruitgang, ontwikkeling en mijlpalen, legitimeert de imperiale impuls aangezien het geweld kan introduceren als het brengen van beschaving. Om het archiverend classificeren te ontleren, moeten we ons leren verbinden met de imperiale code die het mogelijk maakt om geweldpleging te coderen als vooruitgang in geschiedenis. Het ontleren van de historische opsplitsing van tijd en ruimte, is één van de manieren om weerstand te bieden aan tijdsperiodes, geografische afbakeningen en andere classificaties die leiden tot onder andere economische crisissen, kastensystemen, christelijke liefdadigheid en vluchtelingencrisissen. De oproep tot ontleren is een oproep om te reflecteren over hoe ons burgerschap en onze stabiliteit zich verhouden tot onze verwantschappen. Nog belangrijker is het een oproep om ons te leren verbinden in dialoog met onze verwantschappen voor wie de impact van deze crisissen en systemen zwaarder is. Samsara Series E2 Blanke Rites speelt met die dialogen in een familiecontext om vragen op te werpen die de huidige geopolitieke formaties willen te destabiliseren.

  • Hoe christelijke archieven ontplooien als portaal? Wat is wenselijk om te (de)activeren?
  • Hoe kunnen verwantschappen ontleren om verscheurd te worden door indexering?
  • Hoe kan disidentificatie ons helpen om imperialiteit te ontleren?
  • Wat is het potentieel van esthetiek in het verbinden van (bloed)verwanten?

Veel dank aan de families Poudel, Shreshta, Adhikari & Sacré-Bonnarens voor het documenteren van onze familiegeschiedenis en het vertrouwen om kritische interpretaties toe te laten. Met dank aan Elodie Mugrefya en Saurav Ghimire voor hun constructieve feedback op dit artikel. Met dank aan mijn promotoren Sruti Bala & Kris Rutten voor hun engagement en betrokkenheid in mijn onderzoek.

  1. 1.0 1.1 Pattanaik, Devdutt, and Jerry Johnson. 2017. I Am Divine. So Are You: How Buddhism, Jainism, Sikhism and Hinduism Affirm the Dignity of Queer Identities and Sexualities. 1st Edition. Element.
  2. 2.0 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 Azoulay, Ariella. 2019. Potential History: Unlearning Imperialism. Place of publication not identified.
  3. 3.0 3.1 Alli, Sabrina. 2020. ‘Ariella Aïsha Azoulay: “It Is Not Possible to Decolonize the Museum without Decolonizing the World.”’ Guernica. 12 March 2020. https://www.guernicamag.com/miscellaneous-files-ariella-aisha-azoulay/.
  4. 4.0 4.1 Bista, Dor Bahadur. 2004. People of Nepal. Kathmandu, Nepal: Ratna Pustak Bhandar.
  5. 5.0 5.1 Wekker, Gloria, and Braidotti Rosi. 1996. Praten in Het Donker : Multiculturalisme En Anti-Racisme in Feministisch Perspectief. Kampen: Kok Agora.
  6. Pariyar, Sarita. 2018. ‘The Old Weight of Caste’. The Record (blog). 10 December 2018. https://www.recordnepal.com/podcast/the-old-weight-of-caste/.
  7. 7.0 7.1 Adhikari-Sacré, Hari Prasad, Hoda Siahtiri, and Kopano Maroga. 2020. ‘Geopoetic Praxis in European Diversity/Decoloniality’. Critical Arts 0 (0): 1–16. https://doi.org/10.1080/02560046.2020.1788617.
  8. 8.0 8.1 8.2 8.3 Gopinath, Gayatri. 2018. Unruly Visions: The Aesthetic Practices of Queer Diaspora. Durham ; London: Duke University Press Books.
  9. 9.0 9.1 9.2 9.3 Munoz, Jose Esteban. 1999. Disidentifications: Queers Of Color And The Performance Of Politics. Minneapolis: Univ Of Minnesota Press.
  10. 10.0 10.1 10.2 10.3 Hall, Stuart, Jessica Evans, and Sean Nixon, eds. 2013. Representation: Cultural Representations and Signifying Practices. Second edition. Los Angeles : Milton Keynes, United Kingdom: SAGE Publications Ltd.
  11. Pariyar, Sarita. 2018. ‘The Old Weight of Caste’. The Record (blog). 10 December 2018. https://www.recordnepal.com/podcast/the-old-weight-of-caste/.