Geopoetics literacy
Contents
De imperiale impuls van het archief ontleren
Hari Prasad Adhikari-Sacré, Jo-Anna Van Vlaenderen (Vertaling)
'Samsara Series vertelt verhalen over de eindeloze cyclus van culturele dood en wedergeboorte, en opent een wereld die ontstaat in het vermengen van cosmologieën van de Himalaya tot de Noordzee. Wat als de zee de Himalaya heeft verslonden.
Samsara Series speelt met beelden, verhalen en emoties van een uitgebreid familiearchief. Volgend op mijn eigen ontheemding van Kaski (Nepal) naar Vlaanderen (België), begonnen vier families naar elkaar te schrijven. De brieven, dagboeken en beelden onderhandelen de betekenis van de ontheemding. Hoewel ontheemding via adoptie gewoonlijk gekaderd wordt in termen van kansen en educatie, ontsluit het archief hoe ontheemding een diepe culturele breuk is die relaties ontvouwt tussen mensen. Die relaties vertellen een vertederende semantiek van verwantschap en solidariteit, terwijl hun grammatica geopolitiek binnenbrengt via emoties van geweld, opoffering en wegcijfering.
Blanke Rites, de titel van de tweede episode, refereert naar een ceremoniëel regime verankerd in Nederlandstalige/Vlaamstalige noties van witheid, christelijke waarden en een onuitputtelijke drang naar een relatie met ‘de ander’, in dit geval de mensen uit de Nepali bergculturen. Deze episode onderzoekt een pedagogiek om de imperiale code van institutionele kennisproductie te ontleren, een code die archieven consulteert als neutrale portalen naar het verleden. Ik bouw verder op het werk van Ariella Aïsha Azoulay om het belang van een kritische pedagogiek in archiverend werk te beargumenteren. Ik verken disidentificatie als praktijk om de imperiale code van archieven te ontleren.
Reflectie op archieven en het ontleren van hun imperiale impuls is een oefening in onmogelijkheid met de hoop een begrip over de wereld te stimuleren dat voorbij classificatie gaat. Reflectie stoelt vaak op iemands kosmologisch beeld van de wereld (Pattanaik and Johnson 2017). Men reflecteert op een bepaald verhaal door het te interpreteren met waarden en symbolen van een eigen wereldbeeld. Wanneer families schrijven vanuit verschillende kosmologische begrippen met eigen talen en verschillende waardenkaders, gaat veel betekenis verloren in communiceren en vertalen. Eén Nepali familie was in staat om te schrijven in het Engels, twee andere Nepali families consulteerden externen die hun orale en/of geschreven Nepali boodschappen vertaalden naar het Engels. De Belgische familie vertaalde hun Nederlandstalige schetsen naar het Engels. De brieven en dagboeken bevatten culturele codes van kosmologische begrippen uit het christendom en hindoeïsme. Het archief is niet enkel een familieaangelegenheid maar vereist vertalers, gemeenschappen, landen, relaties en communicatietechnologieën om elkaar te verstaan en om datgene wat niet gecommuniceerd of vertaald kan worden te interpreteren. Het archief is duidelijk een samenwerking.
Het beeld van Samsara Series E2 Blanke Rites is ontworpen als portaal naar een selectie van archiefstukken. Het is samengesteld met glas-in-loodramen en ornamenten van de dorpskerk van onze Belgische familie. Het beeld disidentificeert met christelijke verhaallijnen door het te vermengen met een circulaire vertelstructuur van Bhavachakra, een boeddhistische-hindoeïstische filosofie aan de basis van karmische Nepali culturen. Het visuele portaal opent een vertelling van 25 (familie)verwanten die verbonden en ontbonden zijn door geopolitiek. Het ontleren van het archief is een oefening in het luisteren naar de geopolitiek die stroomt doorheen de brieven, dagboekfragmenten en mythes.
- Dit artikel vervolgt digitaal met een circulaire vertelling van dagboekfragmenten, brieven en mythes. Op http://www.samsaraseries.com zal je hetzelfde beeld zien. Klik op de 4 zonnen en beluister mythes. Klik op de gezichten van de personages en beluister brieven en dagboekfragmenten in het Nederlands en Engels.
Samsara Series E2: Blanke Rites
Autonome Artivist, Hari
Wat als de (bloed)verwanten van de Himalaya vastzitten in de branding in de zee? Wat als de oceaan een portaal is van wie de communicatiestroom gekaapt is door een imperiale onderstroom? Als we de oceaan verlichten, haar dreiging intomen, zullen de Himalaya dan nog zingen?
---------------------------------------- Circulaire
vertelling ----------------------------------------
- Start met een zon, vervolg wijzerzin al cirkelend naar de duif in het centrum.
- Start met de duif, ga via een verticale/horizontale tegel, vervolg wijzerzin naar alle zonnen.
- Start met een personage dat je opvalt, beluister hun verhaal en ga verder op gevoel.
Blanke Rites: Cyclus 1 Verbranding
Moeder Maria is gevangen in Samsara door de Demon van de dood YAMA en ze bereist de eindeloze cycli van dood en wedergeboorte. Ze huilt om haar emoties te ontladen in het bestuderen van een kosmologie die zowel beangstigend als fascinerend is. De tranen van mama Annie verspreiden vreugde, mededogen en liefde, ze voedt het leven met verlangen. Verlangen om beter te leven, verlangen om een betere wereld. Onverwachts muteert hetzelfde verlangen in brandhaarden die het leven uitdoven. In Samsara is Moeder Maria in twijfel over de impact van haar tranen. Waarom misbruikt het leven de kracht van het verlangen om haar extensie in de wereld te verbranden?
Het Archief: Institutioneel geweld als kennisproductie
In haar boek Potential History: Unlearning Imperialism stelt Ariella Aïsha Azoulay dat de dominante perceptie van een archief, als blik in het verleden waarin geschiedenis lijkt als wat werkelijk gebeurd zou zijn, in feite institutionele geweldpleging is die de wereld reduceert tot rauwe data en daarna hercodeert tot een indexering van leven, via procedures zoals labelen, classificeren en naamgeving (Azoulay 2019). Volgens Azoulay gaat archiveren over het (de)coderen van levensvormen in termen van hun productiviteit binnen een imperiaal systeem dat gedreven wordt door een drang naar globale commodificatie. Het is niet een praktijk van één persoon of enkele machtige mensen, maar een imperiale code die gereproduceerd wordt door imperiale talen die velen van ons spreken en schrijven. Archivering is niet enkel een praktijk van archivarissen in musea, maar een manier van spreken, uitdrukken en representeren die dominant is binnen onderzoek, kunst en onderwijs. Dit wordt ook bekrachtigd door de principes van de Axiologie (waardensysteem dat ons denken en handelen stuurt) en Temporaliteit (tijdsbepaling die ons denken en handelen beïnvloedt).
Axiologie als betekenisgeving schrijft een waarde toe aan bepaalde objecten, culturen, natuur en mensen door ze te vergelijken in een index van kapitaal. Hoewel het symbolisme van de meeste culturen enkel begrepen kan worden vanuit eigen referentiekaders en specifieke kosmologie, gaan archieven deze culturen strippen tot lagen van interpretatie die zichtbaar en leesbaar zijn voor de archiverende code van labelen, classificatie of naamgeving. Wat in deze interpretatie onzichtbaar is, wordt toegang ontzegd tot het archief, onbelangrijk geacht en overgeslagen als betekenisloos voor het schrijven van geschiedenis. De dimensie van tijd en temporaliteit is een uitdrukkingswijze die ervoor en erna aanbrengt in classificeren van archiefdocumenten. Het archief implementeert tijd door bepaalde sporen van het archief te verankeren als mijlpalen, keerpunten of evoluties om een ontwikkeling of evolutie in de geschiedenis aan te geven. De tijdsindeling van het archief volgt vaak geweld in de wereld en (de)codeert dit met labels zoals nieuwe wereld, gouden eeuw, moderniteit, bevrijding om zo het collectieve geheugen over deze gebeurtenissen te veranderen en aan te passen naar verhalen die de impuls van het archief bekrachtigen.
Het archief is een regime, een wijze van kennisproductie waar axiologie en temporaliteit worden ingezet om geschiedenis te produceren. De macht van archieven wordt opgedreven door de institutionalisering van hun praktijk als normatief, door kennisproductie gebaseerd op classificatie, labelen en naamgeving. Via universiteiten, musea en culturele centra werd het archief deel van institutionele curricula die geschiedenis onderwijzen als een tijdsindeling met waardeoordelen. Het archief als instituut probeert (on)gewild een einde te maken aan bestaande activiteiten, formaties en structuren, door zijn eigen principes en structuren op te leggen als fundament voor culturele vormen die geen geschiedenis hebben behalve hun concrete verschijningsvorm. Toen mensen elkaar begonnen te (h)erkennen als belichamingen van verschillende categorieën gepropageerd door archieven, zoals modern, derde wereld, traditioneel, geciviliseerd, inheems, ruraal, onderontwikkeld, begonnen ze elkaar te lezen in een axiologie van ontwikkeling, met een duidelijke localisering van waar zij vandaan kwamen en een richting waarin ze verder moesten gaan. De labels, gedoopt in een economische logica, creëerden belichaamde kapitalen. Zo werd het algemeen aanvaarde kennis dat de waarde van deze lichamen zich definieerde binnen een imperiale index. Men zou zich dus kunnen afvragen: wie archiveert en wie wordt gearchiveerd? We zouden dit proces kunnen omkeren of er meer perspectieven aan toevoegen, maar dit zou enkel het gewelddadige proces van archiveren als denkkader ontzien, ongeacht wie archiveert. Archiveren is een vorm van kennisproductie die zo normatief is geworden door kunst, onderwijs en onderzoek dat het moeilijk lijkt, misschien zelfs onmogelijk, om ons iets in te beelden voorbij deze praxis van representeren, codificeren en geschiedschrijving van de wereld. Azoulay waarschuwt dan ook voor alternatieve aanpakken waarbij een andere verteller centraal staat, maar waarbij dezelfde archiverende impuls gekopieerd wordt in een schijnbaar parallelle geschiedenis die verdacht veel klinkt als diegene die het probeert te weerleggen (Azoualy 2019). In lijn met Azoulay’s betoog is de vraag dus niet per se wie we hier de schuld kunnen geven. Belangrijker is hoe we de imperiale hartslag van het archief kunnen ontleren, hoe we ons een pedagogie kunnen inbeelden die een potentiele geschiedenis opent, een geschiedenis van relatie die de dominante principes van appropriatie, classificatie en geweld actief ontleert.
Blanke Rites: Cyclus 2 Ontworteling
De tranen van Moeder Maria ontwortelen en vertroebelen het verlangen naar leven. De tranen hadden de intentie om het leven te gidsen, maar in deze cyclus van Samsara zijn ze enkel in staat de kinderen te ontwortelen en te ontheemden in een globale strijd voor het leven. Over-leven vereist dat mensen zich ontkoppelen van hun wortels, de golven van geopolitiek bevaren en geloven in de goddelijke ingeving die hen zo roekeloos maakte om voort te bestaan. Bishnu Dai is één van deze mensen die de stroom van tranen volgt tot in Qatar, waar hij de prijs op overleven van zijn gemeenschap leert kennen als niet-onderhandelbaar. Het vergt volledige overgave in de goddelijke kracht van Samsara.
Negentien (bloed)verwanten langs de archiverende code
Het archiverend regime destabiliseren, start met het ontleren van eigenaarschap, auteurschap, en wie recht heeft op gedocumenteerde geschiedenis. Het bestuderen van het archief, voornamelijk beschouwd als het bestuderen van het menselijke verleden, werd gedoopt tot een veld van expertise. Men kan expert worden in de culturen van andere mensen en diezelfde mensen het recht op kritiek ontzeggen. Denk aan onderzoekers uit het Globale Noorden die het recht claimen om inheemse culturen te infiltreren en te extraheren opdat deze winstgevend worden voor Europese instituties. Mogelijke kritiek wordt in de kiem gesmoord door het stelen van kunst en cultuur te legitimeren vanuit een Europese drang naar imperiale classificatie (Alli 2020). Institutioneel archiveren verhindert mensen hun eigen culturele tradities te volgen. In de naam van classificatie en geschiedschrijving worden zij gedwongen geheroriënteerd en begrensd. Wanneer zij dit weigeren worden ze gecriminaliseerd, en wordt het feitelijke proces van gewelddadige classificatie daarmee verdoezeld. Mensen die weigeren hun classificatie te belichamen en daarvan proberen te ontsnappen, worden in hun beweging geïdentificeerd met nieuwe labels om hen te criminaliseren en te kapitaliseren. Labels zoals migrant, expat, vluchteling, asielzoeker, illegaal zonder papieren, geadopteerde, niet-begeleide minderjarige zijn manieren om de lichamen in beweging te coderen met nieuwe labels en grenzen in de indexering van de mens. Deze labels en grenzen (her)coderen de tolerantie ten opzichte van die lichamen. De indexering van de mens identificeert migranten meestal in termen van economisch opportunisme, gaande van profiteurs tot natiebouwers. Vluchtelingen worden meestal gezien als infiltranten in de maatschappij, die enkel in een hiërarchische relatie kunnen toetreden tot de gemeenschap die het recht op de natie en haar rijkdom claimt. Geadopteerden worden meestal gedoopt tot gelukkige mensen die werden gered van de wreedheden en armoede van onbeschaafde volkeren. De migrant, de vluchteling, de geadopteerde, en de inheemse Europeaan zijn allemaal classificaties in de indexering van de mens. Wat als ze uiteindelijk (bloed)verwanten worden?
Het algoritme van menselijke indexering vloeit van nationale archieven naar familiearchieven. Neem gelijk welke foto in het familiearchief en ieder van ons, geschoold in archiverende codificatie, zal waarschijnlijk de categorieën zien die de afgebeelde mensen, culturen en natuur differentiëren in een axiologie van plaats en tijd. De Belgische familie is ongewild het referentiepunt in het familiearchief. Niet enkel omdat zij het archief samenstelde, maar ook omdat zij een categorie belichaamt die haar het recht geeft om de wereld af te reizen en impressies te verzamelen die zij later kan archiveren. Meer dan tweehonderd brieven verwerken het bureaucratische ritueel van adopteren en het toekennen van Europese rechten en burgerschap. Azoulay stelt dat het archief als een instituut burgers helpt te vergeten dat hun burgerschap gebouwd is op het ontzeggen van datzelfde burgerschap voor anderen. Enkele van mijn Nepali (bloed)verwanten hebben geprobeerd om in Europa binnen te komen en hun documenten erkend te krijgen door het Europese recht. Het Europese recht wees hun aanvragen af omdat hun redenen om te migreren of vluchten niet als noodzakelijk werden beschouwd
De ontheemding ontvouwde een netwerk van (bloed)verwanten, verstrooid over een menselijke index: twee gewenste geadopteerden, dertien ongewenste migranten of Nepali’s en vier inheemse Europeanen of Belgen. In Nepal delen veertien (bloed)verwanten identificaties zoals Bahun, of Khas Brahmin (Brahmanen uit berggebied), labels die voornamelijk bestaan in een hindoeïstische classificatie die het privilege voor de hogere kaste institutionaliseert door de bewegingsvrijheid van de lagere kaste te beperken. De codificatie van Khas Brahmin accumuleert macht door deze codificatie op te leggen aan groepen die als lagere kaste worden beschouwd en ook aan groepen die oorspronkelijk buiten het kastenstelsel vielen, zoals Adhivasi of Janajati (inheemse volkeren) en moslims. Binnen het kastenstelsel werden zij gewelddadig gecodeerd als de lagere kaste Matwali, terwijl deze volkeren hun eigen namen hebben zoals Magar, Tharu, Tamang, Rai, Gurung of Limbu om enkele van de grootste Adhivasi- of Janajatigroepen in Nepal te noemen (Bista 2015). Het archiveren is niet alleen een Europese maar ook een dominante manier van lichamen classificeren in labels die macht en bewegingsvrijheid ontnemen.
Ontleren door disidentificatie
Bladerend door het familiearchief kunnen we makkelijk stranden in een binaire lezing van Europa versus Zuid-Azië of hindoeïsme versus christendom, hoewel het archief zelf niet zozeer over België of Nepal gaat maar over een ontheemding die zich ontvouwt tot een netwerk van (bloed)verwanten. Als het archief een relatie is, dan is de inhoud hiervan gedeeld en zijn alle familieleden en hun gemeenschappen eigenaar en auteur. Idealiter betekent dit dat het archief een dialoog en onderhandeling wordt over de manier waarop mensen en hun cultuur worden afgebeeld en gecategoriseerd. Maar dat is niet het geval. Archieven accumuleren hun macht door hun classificaties op te leggen aan de wereld opdat deze leesbaar wordt voor archivisten en hun electoraat.
Er circuleren veel classificaties en woorden in het familiearchief die we zonder kritische reflectie makkelijk kunnen reproduceren en opleggen aan de wereld. Het is dan ook door het reproduceren en opleggen van codificaties dat archieven de materiële wereld een nieuwe vorm geven. Woorden als Europese burger, blank, Brahmaan en geadopteerde zijn labels die een zekere geopolitieke mobiliteit en macht bevatten. Blank distantieert zich van de raciale categorie wit en duidt op een reinheid van het witte ras. Blank is een positie buiten de raciale matrix wat betekent dat Blank geen raciale identiteit is, maar een normatieve positie waartegen anderen geracialiseerd worden (Wekker en Rosi 1996). Hetzelfde geldt voor Brahmaan wat betekenis en macht krijgt door etnische, religieuze en linguïstische groepen te institutionaliseren als lager in status en onrein (Pariyar 2018). Als we het hebben over het institutionele geweld van archieven, dan hebben we het over classificaties zoals blank, Europese burger en Brahmaan die zich in de echte wereld materialiseren in drempels en labels voor mensen die geclassificeerd en behandeld worden als inferieur, infiltrant of ‘de ander’. Om de imperiale impuls van het archief te leren ontleren, is er nood aan het ontwikkelen van een pedagogie die zich disidentificeert met deze archiverende classificaties. Ieder van ons heeft al eens Brahmaan, Blank of Europese burger gebruikt om zich te identificeren of lokaliseren in de wereld. Zoals Azoulay stelt zijn dergelijke geopolitieke identificaties gebaseerd op het ontnemen van diezelfde identiteiten voor andere mensen. We moeten deze archiverende classificaties leren ontleren als identificaties zodat men niet een bruine migrant, geadopteerde Nepali of blanke Europeaan ziet, maar de geopolitiek achter deze labels leert lezen die de negentien (bloed)verwanten verbindt en ontbindt.
Disidentificatie als praktijk is gebaseerd op het vermengen van symbolische systemen, en opent een potentieel voor het ontleren van de classificerende impuls van het archief die mensen en culturen fixeert en beperkt tot gefictionaliseerde labels. Disidentificatie als theorie is geworteld in de alledaagse cultuur van minderheden die dominante verhalen en codes moeten recycleren om symbolisch te overleven in een wereld die hen onzichtbaar maakt (Adhikari-Sacré, Siahtiri, en Maroga 2020). Disidentificatie gaat over het creëren van zintuigelijke verschijningsvormen door sporen van het archief te hergebruiken en te vermengen met alledaagse ervaringen die door het archief onbelangrijk worden gemaakt. Vanuit een minderheidspositie kijken naar symbolische systemen is een interessante manier om classificaties te ontleren (Azoulay, 2019), vervreemden (Gopinath), disidentificeren (Muñoz, 1999) of betwisten (Hall, 2013).
De codering/decoderingstheorie van Stuart Hall legt uit hoe dominante identificaties en symbolische systemen niet noodzakelijk op dezelfde manier worden geïnterpreteerd (of gedecodeerd) als hoe ze oorspronkelijk gecreëerd (of gecodeerd) werden (Hall, Evans en Nixon 2013). Dit biedt een potentieel voor archiverend werk om het geweld van classificaties te decoderen en het proces van coderen als een apolitieke en bijna objectieve etnografische benadering van de wereld bloot te leggen. In het vooronderzoek van de tweede episode van Samsara Series kregen studenten Disability studies aan de Universiteit Gent een selectie van brieven als audiobestanden aangereikt. De eerste en dominante lezing van het archief is een familiegeschiedenis van liefde, medeleven en solidariteit. Door een conversatie te openen over de temporaliteiten (de ontheemding, Nepali versus Europese tijdslijnen, arbeidsmigratie naar Qatar) en axiologieën (Blank, Brahmin, Europees) die in het archief spelen, werden de studenten een kader aangeboden om een meervoudige en politieke interpretatie van de relatie tussen de brieven te interpreteren.
Ronddwalend in de opeenvolgende cycli van Samsara, groeit de relatie tussen Yama en Moeder Maria tot een vorm van wederzijds respect. Ontroerd door wat ze ziet, huilt Maria tranen van fierheid. Haar tranen hebben de kracht om de levende wezens op haar pad te verlichten. In deze cyclus van Samsara predikt Moeder Maria de waarde van educatie, liefdadigheid en vergiffenis. Goma didi werd gezegend met de verlichtende tranen van Moeder Maria die haar leiden tot onderwijs, liefde en een gelukkig huwelijk. Ze schrijft haar dankbaarheid naar de parallelle wereld neer vanwaar Moeder Maria kwam, en is benieuwd om bij te leren over de mooie principes van verlichting.
José Esteban Munoz beschrijft disidentificatie als een vervreemdende praktijk van verzet of oppositie die ontstaat in het samenvoegen van meerdere betekenissystemen (Munoz 1999). Hij laat zien hoe geracialiseerde LHBT+ personen symbolen van witheid mengen met hun eigen alledaagse ervaringen. Zo destabiliseren zij de dominante narratieven rond seksualiteit en ras, en projecteren ze zichzelf in de dominante en centrale categorieën van betekenisgeving waarvan ze buitengesloten werden als niet-heteroseksueel en niet-wit. Het projecteren van Goma didi in de heilige Moeder Maria en het (her)coderen van de Europese christelijke kleuren naar Nepali huwelijkskleuren belichaamt het idee van disidentificatie zoals beschreven door Munoz. Hoewel het christendom vele delen van de wereld veroverde, hanteert het bepaalde grenslogica’s die ondoordringbaar zijn zoals huidskleur en kleurcodering. Deze logica’s achter grenzen construeren en versterken een temporaliteit, namelijk wie de eerste en echte christenen zijn, en een axiologie, namelijk wiens esthetiek echt christelijk is. Deze temporaliteit en axiologie maken duidelijk wie de esthetiek van de kerk kan opeisen als hun geschiedenis. Het mengen van Goma didi in de Heilige Moeder Maria gaat niet alleen over het betwisten van dominante archiefregimes van witheid en het christendom, maar bouwt een relatie tussen de deugden van Moeder Maria en het verhaal van Goma didi dat vaak buiten de officiële geschiedenisboeken blijft. Volgens Gayatri Gopinath biedt het ontleren van de natie als normatieve betekenisgever potentieel voor archiverend werk (Gopinath 2018). Ons familiearchief is geen verhaal over België en Nepal. Beide naties zijn culturele en linguïstische voorbeelden van gewelddadige en ontwrichtende archiefregimes tegenover lokale culturele identiteiten met als doel een nationale identiteit en taal te creëren. De algemene locaties vanwaar uitgewisseld wordt tussen vertellers is het landelijke Vlaanderen (een regio in België), het Berggebied Kaski (een district in Nepal) en Doha (de hoofdstad van Qatar). De relaties en immobiliteit tussen deze regio’s vertelt een geopolitiek door ervaringen en emoties. Het ontvangen van brieven van Bishnu Dai vanuit Qatar en later van Yam Bhai vanuit Saudi-Arabië, ontluikte een emotie die alle familieleden verbond. Het dwong de familie om de gewelddadige indexering van mensen onder ogen te zien die één broer een gewenste geadopteerde maakte in Europa en twee broers labelde als ongewenste migranten, gedwongen tot onmenselijke werkomstandigheden in de Golfstaten.
Blanke Rites: Cyclus 3 Verlichting
Bij het zien van zoveel pijn en leed in het wiel van het leven, heroriënteert Moeder Maria haar tranen tot gereedschap voor groei. Een golf van ontwikkeling bewatert de aarde van het leven, maar de aarde raakt snel verzadigd, niettemin blijven hulp en steun toestromen. In deze cyclus van Samsara, riskeert het leven zelf te verdrinken in goede intenties. Hulp en ontwikkeling blijven toestromen totdat het leven verstikt in een golf van eendimensionale solidariteit. Hajur-Aama schrijft naar de bron van die tranen dat de overstroming van hulp een golf van geweld ontluikt in haar leven, en verzoekt de bron om te stoppen het water te misbruiken voor eigen belang.
Azoulay beargumenteert het belang van imperiale classificaties, gepropageerd door archiverende regimes, te ontleren. Het familiearchief vertelt het verhaal van een geadopteerd lichaam en het traject van inburgering in Europees burgerschap, en legitimeert zo het ontzeggen van datzelfde burgerschap voor de Nepali (bloed)verwanten. Dit doet het door een legitimerende geschiedenis te creëren. In de archiverende geschiedschrijving worden Nepali bergculturen geregistreerd als oud, authentiek, oriëntaal, onderontwikkeld en in nood van christelijke liefdadigheid. De dominante geschiedenis verzaakt de politieke dimensies van Nepali classificaties op te nemen zoals Brahmin of Tagadhari, die beide gebruikt worden voor geboren ‘Indo-Ariërs’, omdat de Europees-christelijke lens voornamelijk de materiële armoede registreert. Het archief produceert geschiedenis door temporaliteiten, zoals derde wereld versus eerste wereld, te verknopen met waardensystemen, zoals onderontwikkeld versus ontwikkeld. De geschiedschrijving waarin temporaliteit verknoopt met axiologie in verhalen van vooruitgang, ontwikkeling en mijlpalen, legitimeert de imperiale impuls aangezien het geweld kan introduceren als het brengen van beschaving. Om het archiverend classificeren te ontleren, moeten we ons leren verbinden met de imperiale code die het mogelijk maakt om geweldpleging te coderen als vooruitgang in geschiedenis. Het ontleren van de historische opsplitsing van tijd en ruimte, is één van de manieren om weerstand te bieden aan tijdsperiodes, geografische afbakeningen en andere classificaties die leiden tot onder andere economische crisissen, kastensystemen, christelijke liefdadigheid en vluchtelingencrisissen. De oproep tot ontleren is een oproep om te reflecteren over hoe ons burgerschap en onze stabiliteit zich verhouden tot onze verwantschappen. Nog belangrijker is het een oproep om ons te leren verbinden in dialoog met onze verwantschappen voor wie de impact van deze crisissen en systemen zwaarder is. Samsara Series E2 Blanke Rites speelt met die dialogen in een familiecontext om vragen op te werpen die de huidige geopolitieke formaties willen te destabiliseren.
- Hoe christelijke archieven ontplooien als portaal? Wat is wenselijk om te (de)activeren?
- Hoe kunnen verwantschappen ontleren om verscheurd te worden door indexering?
- Hoe kan disidentificatie ons helpen om imperialiteit te ontleren?
- Wat is het potentieel van esthetiek in het verbinden van (bloed)verwanten?
- Veel dank aan de families Poudel, Shreshta, Adhikari & Sacré-Bonnarens voor het documenteren van onze familiegeschiedenis en het vertrouwen om kritische interpretaties toe te laten.
- Met dank aan Elodie Mugrefya en Saurav Ghimire voor hun constructieve feedback op dit artikel. Met dank aan mijn promotoren Sruti Bala & Kris Rutten voor hun engagement en betrokkenheid in mijn onderzoek.
Bibliografie
- Adhikari-Sacré, Hari Prasad, Hoda Siahtiri, and Kopano Maroga. 2020. ‘Geopoetic Praxis in European Diversity/Decoloniality’. Critical Arts 0 (0): 1–16. https://doi.org/10.1080/02560046.2020.1788617.
- Alli, Sabrina. 2020. ‘Ariella Aïsha Azoulay: “It Is Not Possible to Decolonize the Museum without Decolonizing the World.”’ Guernica. 12 March 2020. https://www.guernicamag.com/miscellaneous-files-ariella-aisha-azoulay/.
- Azoulay, Ariella. 2019. Potential History: Unlearning Imperialism. Place of publication not identified.
- Bista, Dor Bahadur. 2015. People of Nepal. Nepal.
- Gopinath, Gayatri. 2018. Unruly Visions: The Aesthetic Practices of Queer Diaspora. Durham ; London: Duke University Press Books.
- Hall, Stuart, Jessica Evans, and Sean Nixon, eds. 2013. Representation: Cultural Representations and Signifying Practices. Second edition. Los Angeles : Milton Keynes, United Kingdom: SAGE Publications Ltd.
- Munoz, Jose Esteban. 1999. Disidentifications: Queers Of Color And The Performance Of Politics. Minneapolis: Univ Of Minnesota Press.
- Pariyar, Sarita. 2018. ‘The Old Weight of Caste’. The Record (blog). 10 December 2018. https://www.recordnepal.com/podcast/the-old-weight-of-caste/.
- Pattanaik, Devdutt, and Jerry Johnson. 2017. I Am Divine. So Are You: How Buddhism, Jainism, Sikhism and Hinduism Affirm the Dignity of Queer Identities and Sexualities. 1st Edition. Element.
- Wekker, Gloria, and Braidotti Rosi. 1996. Praten in Het Donker : Multiculturalisme En Anti-Racisme in Feministisch Perspectief. Kampen: Kok Agora.